03_04_belangrijkewoorden_koppelwoorden

Palabras importantes
y conectores

Belangrijke woorden over het algemeen

+ koppelwoorden tussen zinsdelen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Palabras importantes
y conectores

Belangrijke woorden over het algemeen

+ koppelwoorden tussen zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

Woordenlijst
Caro - duur
barato - goedkoop
antes - (daar)voor
después - (daar)na
siempre - altijd
nunca - nooit
a veces - soms
quizás - misschien
mal - slecht
sobre - over
cada - elke
más - meer
menos - minder



la cosa - het ding
pero - maar
hacer - doen / maken
aquí - hier
allá - daar
algo - iets
preguntar - vragen
contestar - antwoorden
necesitar - nodig hebben
preferir (ie) - voorkeur hebben voor
trabajar - werken
próximo - volgend(e)
el tiempo - de tijd / het weer
libre - vrij

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

12 más 6 =
A
6
B
3865
C
21
D
18

Slide 7 - Quizvraag

22 menos 2 =
A
veinticuatro
B
dieciocho
C
veinte
D
treinta

Slide 8 - Quizvraag

Malfidus es un carácter...
A
bueno
B
malo
C
aburrido
D
gracioso

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent:
"Quiero preguntarte algo"

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent:
"Marco me contesta cada día"

Slide 11 - Open vraag

Conectores - koppelwoorden
Dat zijn woorden die verschillende zinsdelen aan elkaar koppelen. 

Ik wil naar de verjaardag van mijn broer, MAAR ik heb geen tijd. 
We gaan even boodschappen doen EN DAARNA ga ik sporten. 

Slide 12 - Tekstslide

Conectores importantes

pero
y
o
por ejemplo
antes
después
además
aunque
entonces
por
para
Belangrijke koppelwoorden

maar
en
of
bijvoorbeeld
(daar)voor
(daar)na
daarnaast
ook al (alhoewel)
dus
door / voor
om te / voor

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Pak je leerstof erbij. Kies 5 woorden uit de leerstof die je nog niet kende. 

Schrijf 5 zinnen met daarin die moeilijke woorden EN een koppelwoord. 

Pero, y, por ejemplo, antes, después, además, aunque, entonces, por, para

Maar, en, bijvoorbeeld, voor, na, daarnaast, ook al, dus, door/voor, om te/voor

Slide 14 - Tekstslide