Letsels en ziekten met gevolgen voor de ademhaling

Lesson Up
Programma voor docenten. 
Wordt vaker gebruikt door scholen. 
Wij gaan dit programma vandaag gebruiken voor een quiz.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBeroepsopleiding

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Lesson Up
Programma voor docenten. 
Wordt vaker gebruikt door scholen. 
Wij gaan dit programma vandaag gebruiken voor een quiz.

Slide 1 - Tekstslide

Het ademhaling stelsel bestaat uit:
A
De longen, de luchtweg en ademhalingsspieren.
B
De longen en de ademhalingsspieren.
C
De luchtweg en de long.

Slide 2 - Quizvraag

Hoe kan men het beste handelen bij een uitwendige belemmering van de luchtweg?
A
Het slachtoffer naar buiten brengen voor frisse lucht.
B
De belemmering zo snel mogelijk weghalen.
C
In de mond kijken om een aanwezig voorwerp eruit te halen.

Slide 3 - Quizvraag

Het slachtoffer is bij bewustzijn. Hij is benauwd, maar kan wel praten. Er zijn wel vreemde ademhalingsgeluiden. Je hoort een duidelijk (effectieve) hoest.
Wel
Niet
Adviseren door te hoesten. 
5 Rugslagen
112 bellen
5 buikstoten
Erop letten of de belemmering is opgeheven of erger wordt. 

Slide 4 - Sleepvraag

Wat doe je bij een inwendige luchtwegbelemmering en niet effectief hoesten?
Geef 5 slagen tussen de schouderbladen
Wissel vervolgens 5 slagen tussen de schouderbladen af met 5 buikstoten
Bewusteloos? Start reanimatie.
Geef 5 buikstoten
Laat 112 bellen (of doe dit zelf)
Ga naast het s.o. staan, steun met je hand de borstkas
1
2
3
4
5
6

Slide 5 - Sleepvraag

Wanneer een zuigeling zich ernstig heeft verslikt, laat je direct 112 bellen. Vervolgens ga je zitten of kniel je neer. Leg het kind op zijn buik op je onderarm die op de onderbeen rust. En ondersteun het hoofd goed. Welke stappen zet je vervolgens? Zet de onderstaande afbeeldingen in de juiste volgorde.
1
2
3

Slide 6 - Sleepvraag

We hebben het kind zojuist op de rug op onze arm gelegd. Wat is nu de volgende stap?

Slide 7 - Open vraag

Wanneer een slachtoffer het bewustzijn verliest bij een luchtwegbelemmering, wanneer controleer je dan of er een voorwerp los in de mond zit?
A
Direct nadat het slachtoffer op de grond ligt en je 112 hebt gewaarschuwd.
B
Na iedere serie borstcompressies en voor het beademen.
C
A & B niet, je start direct met de reanimatie en gaat hiermee door tot de hulpdiensten aanwezig zijn.
D
A & B, Gebruik wel steeds een poging het voorwerp in de mond te verwijderen.

Slide 8 - Quizvraag

Wat doe je bij een borstletsel ?
wel
niet
Breng het S.O. in een halfzittende houding en ondersteun hem. 
Het S.O. stil laten liggen. 
Plak een diepe borstwond af met verband. 
S.O. zelf tegendruk laten geven in het geval van gebroken/gekneusde ribben, indien gewenst en mogelijk. 
Verwijder het voorwerp uit de borst of buik van het slachtoffer. 
Plaats een rolletje verband aan weerszijden van het voorwerp. Zet deze vast met kleefpleister. 
Geef bij bloedverlies druk op de wond met een steriel kompres. Vervang het kompres als het vol bloed zit. 

Slide 9 - Sleepvraag

Wat moet je NIET doen als er sprake is van een ziekte met gevolgen voor de ademhaling, zoals een astma-aanval?
A
Het S.O. de ruimte geven.
B
Helpen met eigen medicatie nemen.
C
Het S.O. laten liggen.
D
Het S.O. laten zitten.

Slide 10 - Quizvraag

Angst/paniek is de meest voorkomende reden van een te snelle ademhaling bij jongeren.
Waar
Niet waar

Slide 11 - Poll

Wat is de functie van de slijmvliezen aan de binnenzijde van de luchtwegen?
A
Ingeademde lucht verontreinigingen uit de luchtweg halen.
B
Ingeademde lucht verwarmen.
C
Ingeademde lucht bevochtigen.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het grootste verschil in handelen tussen een milde astma-aanval en een ernstige astma of COPD aanval?
A
Bij een ernstige aanval laat je het slachtoffer wel liggen.
B
Bij ernstige aanval bel je direct 112.
C
Bij een ernstige aanval mag je het slachtoffer niet meer helpen zijn medicijnen in te nemen.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe valt een paniekaanval te onderscheiden van een andere (ernstige) oorzaak van hyperventilatie?
A
Het slachtoffer is bang.
B
Het slachtoffer is klam, bezweet en ziet bleek.
C
Er is sprake van een versnelde en diepe ademhaling.

Slide 14 - Quizvraag

Wat doe je NIET in geval van een paniekaanval?
A
Ademhalingsoefeningen, door mee te tellen met de ademhaling.
B
Het slachtoffer afleiden, door te laten zuigen op een lolly.
C
Ademhalingsoefeningen, door bijvoorbeeld in een zakje te laten ademen.

Slide 15 - Quizvraag

Allergenen zijn in principe:
A
Schadelijk voor het lichaam.
B
Afhankelijk van de allergeen: schadelijk voor het lichaam.
C
Niet schadelijk voor het lichaam.

Slide 16 - Quizvraag

Welke klachten kunnen voorkomen bij astma?
Mogelijke klacht van astma.
Geen klacht kenmerkend voor astma. 

Niezen
Hoesten
Piepen
Braken
Kortademigheid
Benauwdheid

Slide 17 - Sleepvraag

Welk feitje over astma klopt?
A
De verschijnselen en de medicatie zijn voor alle astmapatiënten gelijk.
B
Astmaklachten kunnen de slaap verstoren, wat weer gevolgen heeft voor de fitheid en de concentratie overdag.
C
Een astmapatiënt mag niet teveel sporten.

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer voer je de kinlift uit?
A
Als je een S.O dat alleen reageert op schudden verder wil beoordelen.
B
Als je het S.O. in de stabiele zijligging moet leggen.
C
Als je bij een bewusteloos S.O. de ademhaling gaat controleren.

Slide 19 - Quizvraag

Wat doe je wanneer iemand rook heeft ingeademd?
wel
niet
112 bellen
Met het S.O. naar buiten.
Huisarts bellen.
S.O. helpen op de plaats indien mogelijk .
Knellende kleding losmaken rond de hals of buik/borst. 
Kleding uitdoen.
Breng het S.O. in een liggende houding. 
Breng het S.O. in een half zittende houding.

Slide 20 - Sleepvraag

Hoe vonden jullie het programma voor de quiz?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Wat zijn de positieve kanten van deze werkvorm?

Slide 22 - Open vraag

Zitten er ook negatieve kanten aan deze werkvorm?

Slide 23 - Open vraag

Heeft iemand nog een vraag met betrekking tot het onderwerp? Typ je vraag.

Slide 24 - Open vraag