Kennisquiz jaar 1

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BasisschoolGroep 8

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog van de modules uit jaar 1? Tijd om even op te frissen!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de goede volgorde?

van ... naar .... naar ... naar .....
A
visie-aanbod-beleid-opbrengst
B
visie-beleid-aanbod-opbrengst
C
beleid-visie-aanbod-opbrengst
D
beleid-aanbod-visie-opbrengst

Slide 4 - Quizvraag

Elke taal kent zijn eigen klankverschillen die een betekenisverschil uitdrukken.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat bedoelt Cummins met deze
afbeelding in relatie tot meertaligheid?

Slide 6 - Open vraag


Wat betekent DAT?
A
schooltaal
B
dagelijkse algemene taalvaardigheid
C
dagelijkse actieve taalvaardigheid
D
vaktaal

Slide 7 - Quizvraag


Wat betekent CAT?
A
schooltaal
B
categoriale actieve taalvaardigheid
C
cognitieve academische taalvaardigheid
D
vaktaal

Slide 8 - Quizvraag


Wat is talensensibilisering?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Waar staan de afkortingen
SEO en SEL voor?

Slide 11 - Open vraag

zet deze fases van groepsvorming in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
norming
performing
storming
forming
adjourning

Slide 12 - Sleepvraag

Welke competenties van SEL zou jij kunnen benoemen (max 5)?

Slide 13 - Open vraag

DENKEN (cognitie) 5
DOEN (gedrag) 6
emotieregulatie
taakinitiatie
metacognitie
timemanagement
organisatie
respons-inhibitie
planning en prioritering
volgehouden aandacht
organisatie
flexibiliteit
werkgeheugen

Slide 14 - Sleepvraag

Benoem de twee soorten mindset en geef een aantal voorbeelden bij elke mindset

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Waarom is bij meertalige leerlingen extra aandacht nodig voor de ontwikkeling van DAT naar CAT?
A
Omdat de DAT in de nieuwe taal nog niet zo goed ontwikkeld is als bij Nederlandse leeftijdsgenoten.
B
Voor meertalige leerlingen is het heel belangrijk dat zij veel meer lezen om zo dagelijks bezig te zijn met de Nederlandse taal.
C
Om het welbevinden van deze leerlingen goed in de gaten te kunnen houden.
D
De extra aandacht voor de lidwoorden en de zinsbouw is belangrijk voor de mondelinge taalvaardigheid.

Slide 17 - Quizvraag

Door te investeren in de 2e laag van het ondersteuningsmodel leren meertalige kinderen beter Nederlands.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Aparte lessen voor lezen, schrijven, spreken en luisteren zijn het beste voor meertalige leerlingen.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Benoem of beschrijf 2 opdrachten om de thuistalen in de klas zichtbaar te maken.

Slide 20 - Open vraag

Meertalige leerlingen moeten ook blijven oefenen in hun thuistaal.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Beschrijf of benoem 3 mogelijkheden om woordenschat visueel te maken.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Cultuur is grotendeels onbewust
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Cultuur is aangeleerd
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Culturele waarden zijn stevig verankerd in de mens
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Wat zou miscommunicatie kunnen veroorzaken bij een gesprek met een ouder die de Nederlandse taal niet goed machtig is?

Slide 27 - Open vraag

Waarom is het belangrijk om je bewust te zijn van de taalposities van de betrokkenen bij interculturele communicatie?
A
Omdat de ruimte waar het gesprek plaatsvindt onderdeel is van non-verbale communicatie
B
Omdat hoe iedereen zit tijdens een gesprek invloed kan hebben op de communicatie
C
Omdat moedertaalsprekers van de overeengekomen gemeen-schappelijke taal een sterke positie hebben bij de communicatie
D
Omdat naast de verbale taal de lichaamshouding veel laat zien tijdens communicatie

Slide 28 - Quizvraag


Wat is het Pygmalioneffect?
A
Het effect dat je onbewust, verwachtingen hebt van bepaalde leerlingen en hiermee impliciet de prestaties van de leerling stuurt.
B
Het effect dat leerkrachten bij meertalige leerlingen praten in te makkelijke zinnen
C
Het effect dat er ruis ontstaat bij interculturele communicatie
D
Het effect dat de non verbale communicatie kan hebben op een gesprek

Slide 29 - Quizvraag

Leg het begrip superdiversiteit uit:

Slide 30 - Open vraag

Wat zijn de belangrijkste thema's om aandacht aan te besteden bij Third Culture Kids?
A
eigen identiteit afscheid en rouw passende kleding
B
vriendschappen wonen onderwijs
C
eigen identiteit afscheid en rouw betekenisvolle relaties
D
omgaan met trauma talen leren documentatie

Slide 31 - Quizvraag