3H6 - par. 4.2
1 / 37
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Islam betekent:
A
overgave
B
luister!
C
'lees voor'
D
God is groot
Slide 6 - Quizvraag
Een moslim onderwerpt zich aan de wil van God,
A
Omdat er maar één God is
B
Omdat God weet wat het beste is voor de mens
C
Omdat God almachtig is
D
Omdat God de schepper is van hemel en van aarde
Slide 7 - Quizvraag
De Islam is ontstaan rond het jaar 622 na Chr. in het land dat nu....
heet
heet
A
Egypte
B
Turkije
C
Saoedi Arabië
D
Iran
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Onderdelen van een moskee.
Welke opsomming is fout?
Welke opsomming is fout?
A
vrouwenruimte, minaret, wasruimte
B
leslokaal, minbar, gebedsruimte
C
gebedsruimte, mihrab, afbeeldingen v. Mohammed
D
minaret, nis richting Mekka, koranteksten
Slide 11 - Quizvraag
Welke zin klopt niet:
A
In een moskee vind je geen afbeeldingen van dieren en mensen.
B
De rituele wassing vindt zowel voor als na het gebed plaats.
C
Een moskee heeft als gebedshuis ook een sociale functie.
D
In de gebedsruimte van een moskee moeten de schoenen uit.
Slide 12 - Quizvraag
Kalligrafie
minbar
minaret
mitrab
imam
voorganger
Arabische koran teksten
Toren van de moskee
nis in de muur
preekstoel
Slide 13 - Sleepvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Naar de moskee gaan: waarom is het voor de ene moslim een must en voor de ander iets wat hij/zij minder snel doet?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Wanneer is Mohammed geboren?
A
500 na Chr.
B
570 na Chr.
C
610 na Chr.
D
632 na Chr.
Slide 20 - Quizvraag
De profeet Mohammed is geboren in:
A
Medina
B
Yemen
C
Riyad
D
Mekka
Slide 21 - Quizvraag
Mekka was in de tijd van Mohammed een stad met veel goden.
Ze hadden een ..... godsdienst
Ze hadden een ..... godsdienst
A
monotheïstische
B
polytheïstische
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Hoe werd de Koran geopenbaard?
A
God zelf vertelde dit aan Mohammed.
B
God gaf zijn boodschap
door via Abraham.
C
Gabriel gaf Gods boodschap door.
D
Maria kwam deze boodschap vertellen.
Slide 27 - Quizvraag
Wat waren de 3 hoofdthema's in de boodschap van Mohammed?
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
Wanneer begint de islamitische jaartelling?
A
Nadat de islamitische profeet Mohamed zijn boodschap van God/Allah krijgt.
B
Nadat de islamitische profeet Mohamed een islamitische staat sticht.
C
Nadat de islamitische profeet Mohamed naar Medina vertrekt.
D
Bij de geboorte van de islamitische profeet Mohamed.
Slide 32 - Quizvraag
Wanneer vluchtte Mohammed van Mekka naar Medina?
A
1000
B
622
C
732
D
814
Slide 33 - Quizvraag
Mohammed verhuisde naar Jathrib (later Medina) omdat....
A
zijn leven in gevaar was in Mekka.
B
hij uitgenodigd werd in Jathrib als bemiddelaar.
C
het klimaat daar prettiger was.
D
hij daar een nieuw geloof kon stichten.
