H3P2

Paragraaf 2
Inkomens zonder tegenprestatie 


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2
Inkomens zonder tegenprestatie 


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Herhalen Hoofdstuk 3 paragraaf 1 
  • Uitleg Hoofdstuk 3 paragraaf 2 
  • Zelf aan de slag  met de opdrachten. 

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de lorenzcurve in de bron.
Hoeveel procent van het nationaal inkomen wordt verdiend door de rijkste 20% van de huishoudens?
A
+/- 20%
B
+/- 30%
C
+/- 40%
D
+/- 50%

Slide 3 - Quizvraag

De landeigenaar krijgt geld van de gebruiker van zijn land
De landeigenaar krijgt geld uit

A
arbeid, namelijk huur
B
bezit, namelijk huur
C
arbeid, namelijk pacht
D
bezit, pacht

Slide 4 - Quizvraag

Dennis en Karim hebben een volledige baan bij IT-Works. Karim heeft de leiding over Dennis. Bekijk de bron. Ze verdienen het laagste en het hoogste maandloon uit de bron.
Wie zal minder prioriteit geven aan luxegoederen? Verklaar je antwoord.

Slide 5 - Open vraag

Jette solliciteert naar de functie in de bron. Ze wordt aangenomen voor 20 uur per week. Ze verdient het beginsalaris.

Hoeveel verdient ze per maand voor 20 uur werk?

Slide 6 - Open vraag

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen welke soorten overdrachtsinkomen door de overheid worden betaald.
  • Ik kan voorbeelden geven van tegemoetkomingen.
  • Ik kan voorbeelden noemen van toeslagen.
  • Ik kan voorbeelden noemen van uitkeringen.

Slide 7 - Tekstslide

Overdrachtsinkomen = inkomen waarvoor geen tegenprestatie wordt geleverd.

  • Kinderbijslag
  • Huurtoeslag
  • Zorgtoeslag
  • Bijstand

Slide 8 - Tekstslide

Overdrachtsinkomsten
Kinderbijslag
  • Kinderen kosten veel geld (gemiddeld een huis per kind)
  • Voor kinderen tot maximaal 18 jaar.
  • Ouders/verzorgers krijgen elk kwartaal kindergeld ongeacht hun inkomen.
  • Betaald met belastinggeld

Slide 9 - Tekstslide

Overdrachtsinkomsten
Huurtoeslag
  • Iedereen heeft recht op eenvoudig onderdak.
  • Alleen als een te groot deel van je inkomen naar huur gaat.
  • Betaald met belastinggeld


Slide 10 - Tekstslide

Overdrachtsinkomsten
Zorgtoeslag
  • Zorgverzekering is verplicht. Hiervoor betaal je een premie.
  • Wie een laag inkomen heeft, heeft recht op een tegemoetkoming; de zorgtoeslag


Slide 11 - Tekstslide

Overdrachtsinkomsten
Bijstand
Iedereen heeft recht op het sociaal minimum
  • Dit is het inkomen waarvan je moet kunnen leven.
  • Een alleenstaande zonder kinderen heeft minder nodig dan een alleenstaande met kinderen.
  • De bijstand is een uitkering voor mensen onder het sociaal minimum. Je mag dan niet te veel spaargeld hebben en bent verplicht om regelmatig te solliciteren.


Slide 12 - Tekstslide

Bekijk de bronnen.

Martin is 21 jaar, woont alleen, heeft een jaarinkomen van € 21.000 en een maandhuur van € 402. Komt hij in aanmerking voor huurtoeslag? 


Ja ? hand omhoog!

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag 


Maken opdracht 3.2
Inkomens zonder tegenprestatie 


Slide 14 - Tekstslide