Les Emilie IPles 4 okt gegeven op 6 okt

Les Emilie inhaal IP les 4/10
Wat gaan we doen?
- ws toets
- ww toets
- boek: "Honderd uur nacht" van Anna Woltz
- Nieuwe Provincie Flevoland
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nederlands9th Grade

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Les Emilie inhaal IP les 4/10
Wat gaan we doen?
- ws toets
- ww toets
- boek: "Honderd uur nacht" van Anna Woltz
- Nieuwe Provincie Flevoland

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat toets
Beantwoord de volgende vragen mbt synoniemen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het synoniem van 'leefbaar'?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het synoniem van 'vroeger'?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het synoniem van 'imposant'?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het synoniem van 'de vergunning'?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het synoniem van 'de gevel"?

Slide 7 - Open vraag

Woordenschat toets
Beantwoord de volgende vragen mbt tegenstellingen

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de tegenstelling van 'bewust'?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de tegenstelling van 'opruimen'?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de tegenstelling van 'uniek'?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de tegenstelling van 'leefbaar'?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de tegenstelling van 'ontspullen'?

Slide 13 - Open vraag

Woordenschat toets
Beantwoord de volgende vragen mbt omschrijvingen.

Slide 14 - Tekstslide

Omschrijf 'het riool'

Slide 15 - Open vraag

Omschrijf 'verkameren'

Slide 16 - Open vraag

Omschrijf 'de innovatie'

Slide 17 - Open vraag

Omschrijf 'biodiversiteit'.

Slide 18 - Open vraag

Omschrijf 'het restauratieproject'

Slide 19 - Open vraag

Woordenschat toets
Maak een voorbeeldzin met het gegeven woord:

Slide 20 - Tekstslide

Maak een zin met de woorden 'de woningnood'.

Slide 21 - Open vraag

Maak een zin met de woorden 'de vergunning'.

Slide 22 - Open vraag

Maak een zin met de woorden 'de fundering'.

Slide 23 - Open vraag

Maak een zin met de woorden 'het overzicht verliezen'.

Slide 24 - Open vraag

Spelling en andere zaken

Slide 25 - Tekstslide

Spelling en andere zaken
Vul de juiste vorm van het werkwoord in

Slide 26 - Tekstslide

Hij ...... (worden) boos als iemand hem tegenspreekt

Slide 27 - Open vraag

2. Ik weet niet of zij het al ___ (horen).

Slide 28 - Open vraag

3. De leraar ___ (zeggen) dat we stil moesten zijn.

Slide 29 - Open vraag

5. We ___ (vinden) het jammer dat je niet kwam.

Slide 30 - Open vraag

9. Ik geloof niet dat jij dat echt ___ (bedoelen).

Slide 31 - Open vraag

Spelling en andere zaken
Vul de juiste vorm van het werkwoord in

Slide 32 - Tekstslide

We hebben het hele weekend ge___ (chillen).

Slide 33 - Open vraag

Gisteren ___ (appen) hij mij nog over het feest

Slide 34 - Open vraag

Zij heeft haar profiel op Insta ge___ (updaten).

Slide 35 - Open vraag

Hij ___ (liken) elk bericht van haar.

Slide 36 - Open vraag

Heb jij dat filmpje al ge___ (downloaden)?

Slide 37 - Open vraag

De leerlingen ___ (checken) hun
cijfers in Magister.

Slide 38 - Open vraag

Hij had zijn werk niet ge___ (printen).

Slide 39 - Open vraag

We ___ (skaten) langs de boulevard.

Slide 40 - Open vraag

Ze heeft hem ge___ (ghosten) na hun eerste date

Slide 41 - Open vraag

Spelling en andere zaken
Vul de juiste vorm van het verkleinwoord in

Slide 42 - Tekstslide

museum → _______
taxi → _______

Slide 43 - Open vraag

baby → _______
thema → _______

Slide 44 - Open vraag

café → _______
haring → _______

Slide 45 - Open vraag

Spelling en andere zaken
gemengde zinnen

Slide 46 - Tekstslide

Zij (worden) altijd zenuwachtig van een toets.

Slide 47 - Open vraag

Hij (updaten) zijn profiel elke dag.

Slide 48 - Open vraag

Mijn broertje (vinden) het leuk om te gamen.

Slide 49 - Open vraag