Metaforen 3B

3B 31-05-2023
Metaforen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3B 31-05-2023
Metaforen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je wordt je bewust van verschillende soorten beeldspraak
- Je kunt vergelijkingen en metaforen.

Resultaat: Een zelfgeschreven gedicht met vergelijkingen en metaforen. 
Inleveren voor aftekening 'poëzie' (incl. 'fictie-opdrachten studiewijzer).  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Kijkvragen op het bord ernaast:

1. Wat is een metafoor? (denk jij..)
2. Noem een aantal metaforen die worden genoemd. Wat is de betekenis erachter?

3. Denkvraag: Waarom gebruiken Rutte en de Jonge zoveel metaforen?
Klassikaal nabespreken
Wat is een metafoor?
Welke soorten metaforen zijn er?

bv. beslissing nemen, veiligheid..... 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Die stratenmaker heeft een paar handen als kolenschoppen.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voordat we met de bus vertrokken, moesten we eerst nog even de neuzen tellen.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij deze baan moet je wel bereid zijn om af en toe brandjes te blussen.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kerkklokken roepen vergeefs om aandacht.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na afloop van de voordracht klapte de zaal geruime tijd.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de diploma-uitreiking hebben veel leerlingen het gevoel dat de toekomst hen toelacht.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zij woont in een paleis van een huis.
timer
0:30
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Metonymie
D
Personificatie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beeldspraak in poëzie
-"Poëzie draait erom filmpjes op te roepen in het hoofd van iemand die jou niet kent".

- "Een vergelijking maakt het onbekende minder onbekend door het te relateren aan het bekende".

- "Door personificaties kun je de wereld bekijken door de ogen van een brievenbus, of een wasmachine." 
                                                                                                       - Ellen Deckwitz


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke beeldspraak zie je?
    Wanneer ik morgen doodga,
    vertel dan aan de bomen
    hoeveel ik van je hield.
    Vertel het aan de wind,
    die in de bomen klimt
    of uit de takken valt,
    Hoeveel ik van je hield.                                           - Hans Andreus

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Welke beeldspraak?

Slide 14 - Woordweb

Personificatie: 

.....de wind
die in de bomen klimt
Is het vandaag of gistren, vraagt mijn moeder
Is het vandaag of gistren, vraagt mijn moeder,
bladstil, gewichtloos drijvend op haar witte bed.
Altijd vandaag, zeg ik. Ze glimlacht vaag
en zegt: zijn we in Roden of Den Haag ?
Wat later: kindje ik word veel te oud.
Ik troost haar, dierbare sneeuwwitte astronaut
zo ver al van de aarde weggedreven,
zo moedig uitgestapt en in de ruimte zwevend
zonder bestek en her en der. (...)                                                            - M. Vasalis

Slide 15 - Tekstslide

Metafoor: Drijvend op haar witte bed
Metafoor: Dierbare sneeuwwitte astronaut
timer
1:00
Beeldspraak?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
- Schrijf een gedicht waarin je beeldspraak gebruikt. 
- Vrije opdracht of kies één van de concretere opdrachten. 
- Minimaal acht regels. Probeer minimaal twee soorten beeldspraak te       gebruiken. 
- Onderstreep de beeldspraak en benoem het.
- Inspiratie nodig? Bekijk de dichtbundels. 

- Inleveren (op papier/ELO) voor 2 punten.
 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je wordt je bewust van verschillende soorten beeldspraak
- Je kunt vergelijkingen, metaforen, metonymia en personificaties herkennen.

Resultaat: Een zelfgeschreven gedicht met beeldspraak. 

Inleveren voor aftekening (2 punten).  

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies