Faalangst

Toetsweek: Faalangst
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Toetsweek: Faalangst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energizer! 
Wat heb jij afgelopen week allemaal ervaren m.b.t. dit onderwerp? Mag van alles zijn!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat herken je bij jezelf uit dit filmpje?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is faalangst?
Faalangst is de angst voor wat er gebeurt als je slechter presteert dan verwacht. Dat je dan anderen, maar ook jezelf teleurstelt. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten faalangst

Slide 6 - Tekstslide

Reacties op faalangst: 
- actieve faalangst
- passieve faalangst
Positieve of negatieve faalangst
Iedereen is wel eens bang om te falen bij een belangrijke taak. Je wilt die tenslotte zo goed mogelijk uitvoeren. Deze faalangst kan positief of negatief zijn.
  • Positieve faalangst is een extra stimulans. Het verlangen om succes te bereiken wordt er alleen maar sterker door.
  • Bij negatieve faalangst blijf je alleen maar denken aan wat er fout kan gaan. Dat werkt verlammend. Je probeert het niet eens meer, en bereikt dus ook geen succes. Hieronder hebben we het over deze negatieve faalangst.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controle krijgen over jezelf in een lastige situatie
- Omschrijf een situatie die jij persoonlijk heel moeilijk vond.
- Wat dacht je op dat moment?
- Wat voelde je?
- Hoe reageerde je, welk gedrag vertoonde je?
- Hoe hoog was jouw temperatuur?
- Wat zou je kunnen veranderen?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw temperatuur omlaag krijgen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

De buikademhaling
Kan je jezelf rustig maken? Dat kan! 

Oefenen! 

hoog ademhalen = stress (gevaar)
buikademhaling = andere signalen naar je hersenen (meer zuurstof)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierontspanningsoefening
Kan je jezelf rustig maken? Dat kan!


Oefenen! 

Spanning slaat zich op in je spieren.
Bedenk je achteraf; was je wel écht zo ontspannen als je vooraf dacht (voor de oefening)?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het g-schema
  • Gebeurtenis: Wat is er gebeurd? Beschrijf dit zo feitelijk mogelijk, alsof je door een camera kijkt.
  • Gevoel: Wat voelde ik? (bang, boos, bedroefd, blij, beschaamd)
  • Gedachten: Wat waren mijn gedachten? Wat ging er door mijn hoofd? ...
  • Gedrag: Wat deed ik? Hoe reageerde ik?
  • Gevolg: Welk gevolg had dit?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het g-schema
Helpende gedachten
  • Ik heb compensatiepunten
  • Ik heb 4 jaar onderwijs gehad 
  • Tot nu toe ben ik elk jaar over gegaan 
  • Ik mag altijd nog een extra herkansing doen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is jouw grote held?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteitenspel 
Iedereen krijg willekeurige 5 kaarten met kwaliteiten erop. 
Als je aan de beurt bent, pak je van de stapel een extra kaart. Je moet vervolgens één kaart wegleggen, namelijk de kaaart met die kwaliteit erop waarvan jij vindt dat die het minst bij je past. Je kan met deze kaart twee dingen doen:

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 5 fantastische eigenschappen van jouw held.

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting


Wat neem je mee van vandaag?
Wat ga jij volgende week uit deze bijeenkomst toepassen?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies