Les 4: Goed luisteren


Les 4: (Goed) luisteren
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Les 4: (Goed) luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen:
  1. Wat is het verschil tussen horen en luisteren? 
  2. Waarom is luisteren zo moeilijk?
  3. Opdracht 
  4. Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide




Sssttt....luister! 
Ik hoor je wel!

Wat is voor jou het verschil? 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
kennis
  • Na deze les weet je waarom luisteren zo moeilijk is

inzicht
  • Na deze les weet je je hoe je ervoor zorgt dat anderen beter naar je luisteren en hoe jij beter luistert naar een ander

Slide 4 - Tekstslide

Verschil luisteren en horen
Horen is een geluid waarnemen. Dit gebeurt vaak zonder er al te veel aandacht aan te besteden: geluiden die je hoort worden in je hersenen vaak onbewust verwerkt. 
Luisteren is veel actiever, dit vraagt bewuste aandacht en concentratie.

Slide 5 - Tekstslide

Een mens kan ca. 300 woorden per minuut begrijpen. We spreken per minuut ca. 150 woorden.
 
Valkuil: afleiding!

Slide 6 - Tekstslide

Verschil/ Overeenkomst Representatie en Presentatie
- 5 redenen waarom luisteren zo moeilijk is: 

1. We zijn enthousiast en willen zelf ons verhaal kwijt.
2. We zijn meer geïnteresseerd in onszelf dan in de ander.
3. We houden meer controle over het gesprek wanneer we zelf praten.
4. We willen onszelf bewijzen.
5. We willen aandacht van de ander.

Slide 7 - Tekstslide

Manieren van niet luisteren (boodschap zelf kleur geven):
onverschillig - ongeïnteresseerd - passief - oordelend - verdedigend - 
egocentrisch - selectief  luisteren

NIET luisteren leidt tot irritaties, onbegrip, conflicten en ruzies. Het vermindert betrokkenheid


Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden:

bevooroordeeld/ verdedigend: zodra je woorden hoort die je 'triggeren' stop je met luisteren en bereid je je verdediging of tegenaanval voor.
ongeinteresseerd/ onverschillig: je beslist vaak heel snel dat wat een persoon gaat zeggen saai, niet ter zaken doende of relevant is. Dan stop je automatisch met luisteren naar de rest van de boodschap.
selectief/  verstrooid: licht, lawaai, andere mensen, andere gedachten, voor je het weet ben je afgeleid en hoor je misschien nog iets (omdat dat woord je aanspreekt), maar de kracht van het verhaal is weg. 

Slide 9 - Tekstslide

Belang van luisteren:
  • je begrijpt een ander, een situatie en jezelf beter
  • je bent in staat om je in het referentiekader van een ander te verplaatsen

Slide 10 - Tekstslide

Positieve 1e indruk:

Maak je een positieve eerste indruk noemen we dat het HALO effect.
Dan worden er allerlei positieve eigenschappen aan je verbonden.

Negatieve 1e indruk:

Dat noemen we het HOORNS effect.
Daar moeten 8 positieve handelingen tegenover staan en dan pas sta je weer op een nul level van waaruit je weer kunt gaan opbouwen.

Hoe zorg je ervoor dat iemand naar je luistert? (zakelijk)

Zorg dat de boodschap geschikt is voor de luisteraar
Let op je non verbale communicatie
Maak oogcontact 
Spreek duidelijk en niet te snel 
Geef concrete voorbeelden
De kracht van herhaling


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Opdracht
Julian en Finn gaan op vakantie naar Chersonissos. Ze zitten in een leuk hotel en blijven 2 weken weg. Er is een club voor de de deur van het hotel en ze zitten gelijk aan het strand. Helaas hebben ze geen zwembad. Ze gaan zeilen op een boot en snorkelen. Helaas wordt Finn gestoken door een kwal. Aan het einde van de vakantie hebben ze allebei een tatoeage laten zetten met de naam van hun moeder

Slide 13 - Tekstslide

geruchten
Oefenen in 4 groepen

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 2
1) Docent maakt groepen
2) 1 persoon deelt gerucht
3) andere moeten het gerucht herhalen en doorgeven 
4) Hoeveel woorden uit het gerucht heeft de laatste persoon verteld?

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 2: 
dezelfde tweetallen, waarbij de andere persoon in 1 minuut het verhaal samenvat van de ander.
(opdracht docent: na 1 minuut vragen of de inhoud klopte)

Slide 16 - Tekstslide

wat hebben we gedaan deze les?

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht Portfolio
Schrijf in 5 zinnen op, hoe je deze les hebt ervaren

Slide 18 - Tekstslide

Vragen?
VRAGEN?

Slide 19 - Tekstslide