T4 leesvv meerkeuzevragen; luistervv intro + interview; SO exid 8 + aanw vnw

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Bienvenue 

à la classe de français!

leerdoelen p. 6*

Leesvaardigheid (GL 5CDE/ examen): 

ik heb de juiste aanpak voor een examentekst Frans vmbo-gtl (gatentekstvragen, meerkeuzevragen, overige vraagtypen)

Luistervaardigheid (GL 3ABCDEFG/ kijk- en luisterexamen )

ik haal niveau A1+/ A2 

Grammatica (boîte à grammaire/ kennistoets) 

ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken in het Frans

ik kan het aanwijzend voornaamwoord gebruiken in het Frans

Ik kan het bijvoeglijk voornaamwoord (vorm en plaats) gebruiken in het Frans

ik kan de ontkenning gebruiken in het Frans

ik kan vraagwoorden gebruiken en vraagzinnen maken in het Frans

Vocabulaire: (examenidioom 8 t/m 14/ kennistoets)

Ik kan woorden die te maken hebben met transport en reizen, vrije tijd, communicatie, gevoelens, werk, techniek, gezondheid, het lichaam en begrippen over hoeveelheid correct vertalen (FN)

* zie PTA

Leesvaardigheid: 

ik heb de juiste aanpak voor een examentekst Frans vmbo-gtl (gatentekstvragen)

Leesvaardigheid:

ik heb de juiste aanpak voor een examentekst Frans vmbo-gtl (meerkeuzevragen)

Wat is de kern van deze alinea?

*waar vind je de kern?

wat staat er verder in de alinea?

stappenplan meerkeuzevragen

1. Lees de vraag zonder de antwoordmogelijkheden te kijken. Vertaal de vraag indien nodig
2. Lees nauwkeurig het tekstgedeelte waar de vraag over gaat
3. Formuleer zelf een antwoord op de vraag
4. Lees de antwoordmogelijkheden. Kijk of jouw antwoord er tussen staat 
5. Kun je het juiste antwoord niet vinden? Streep de onjuiste weg tot je één antwoord overhoudt

1p 7 Qu’est-ce qui est vrai d’après le 3ème alinéa ?

Les deux gorilles sur la photo ...

1p 7 Qu’est-ce qui est vrai d’après le 3ème alinéa ?

Les deux gorilles sur la photo ...

1p 7 Qu’est-ce qui est vrai d’après le 3ème alinéa ?
Les deux gorilles sur la photo ...

1. ont eu des petits en 2007
2. ont l’âge de quelques mois.
3. ont perdu leurs mères.
4. ont tué un braconnier.

1p « sur leurs pattes arrière » (lignes 37-38). Pourquoi est-ce que les gorilles prennent cette pose d’après le 4ème alinéa ? 

1p « sur leurs pattes arrière » (lignes 37-38). Pourquoi est-ce que les gorilles prennent cette pose d’après le 4ème alinéa ? 

1p « sur leurs pattes arrière » (lignes 37-38).
Pourquoi est-ce que les gorilles prennent cette pose d’après le 4ème alinéa ?

1. pour amuser les rangers
2. pour attaquer les rangers
3. pour faire comme les rangers
4. pour impressionner les rangers

1p 9 Wat kun je concluderen uit de laatste alinea?  

1p 9 Wat kun je concluderen uit de laatste alinea? 

1p 9 Wat kun je concluderen uit de laatste alinea?

1. Gorilla’s dragen in Azië vaak ziekten over op mensen.
2. Gorilla’s worden in Afrika op diverse manieren bedreigd.
3. Gorilla’s worden sinds 1990 beschermd tegen stropers.

Leesvaardigheid: 

ik heb de juiste aanpak voor een examentekst Frans vmbo-gtl (gatentekstvragen)

Leesvaardigheid:

ik heb de juiste aanpak voor een examentekst Frans vmbo-gtl (meerkeuzevragen)

Oefenmateriaal:

Grandes Lignes chapitre 5 D 'meerkeuzevragen' (texte 12 t/m 16) 

Leesvaardigheid: 

ik heb de juiste aanpak voor een examentekst Frans vmbo-gtl (gatentekstvragen)

Leesvaardigheid:

ik heb de juiste aanpak voor een examentekst Frans vmbo-gtl (meerkeuzevragen)

Doel bereikt?

vraag

Wat is Gods doel met ons? 

(Waarom heeft Hij ons gemaakt?)

Wat is Gods doel met ons? (Waarom heeft Hij ons gemaakt?) Hoe doe je dat?

Luistervaardigheid: 

ik haal niveau A1+/ A2 (interview) 

In welke taal/ talen worden de vragen gesteld?

1. Frans
2. Nederlands
3. Frans én Nederlands

Wat voor soort vragen worden er gesteld?

1. juist/ onjuist vragen
2. meerkeuze vragen
3. open vragen

Hoeveel punten krijg je per vraag?

1. 1
2. 2
3. dat hangt af van de vraag

Hoeveel vragen zijn er per onderdeel?

1. minder dan 15
2. tussen de 15 en 25
3. meer dan 25

Luistervaardigheid:
wat wil je leren?
welke vragen heb je?

'versta'-vaardigheid

Luister en bekijk de clip

Zet strepen tussen de (Franse) woorden: waar begint en eindigt een woord?

Bijv. J'suistropsentimentalC'estpourçaquejemefaistoujoursdumal  

= 

Quand je vois les gens d'en bas

'versta'-vaardigheid

Luister en bekijk de clip

Zet strepen tussen de (Franse) woorden: waar begint en eindigt een woord?

 JesuistropsentimentalC'estpourçaquejemefaistoujoursdumal 

= 

Je suis trop sentimental

C'est pour ça que je me fais toujours du mal

lyricstraining.com

Wat is naast 'verstaan'
belangrijk om op te letten bij luisterteksten?

Luistervaardigheid

1. denk na over de titel (wat weet je al, waar gaat het waarschijnlijk over?)
2. check de plaatjes
3. lees de vraag voordat je luistert
4. bedenk waar je op moet letten

Luistervaardigheid: 

ik haal niveau A1+/ A2 (interview) 

Doel bereikt?

Oefenmateriaal:

Grandes Lignes chapitre 3A 'l'Interview' 

SO unité 8

vocabulaire: 

Ik kan woorden die te maken hebben met gezondheid correct vertalen (FN)

Klaar?

Boîte à grammaire 

'aanwijzend voornaamwoord)

grammatica: 

ik kan het aanwijzend voornaamwoord herkennen in een tekst en gebruiken

Exemple: wat valt op?

Je regarde ce film.                        Ik kijk deze film.

J'aime cet appartement.            Ik hou van dit appartement.

Regarde cette fille!                        Kijk dit meisje!

J'adore ces roses.                         Ik hou van deze rozen.

Exemple

Je regarde ce film.                        Ik kijk deze film.

J'aime cet appartement.            Ik hou van dit appartement.

Regarde cette fille!                        Kijk dit meisje!

J'adore ces roses.                         Ik hou van deze rozen.

Kies de juiste optie.
Regarde ___ touristes!

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Kies de juiste optie.
Je lis ___ livre (m).

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Kies de juiste optie.
Tu aimes ___ série (v)?

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Kies de juiste optie.
C'est qui ___ homme (m)?

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

Vul in, kies uit: ce, cet, cette, ces.
J'adore ___ ville (v)!

Vul in, kies uit: ce, cet, cette, ces.
___ terrasse (v) est très grande.

Vul in, kies uit: ce, cet, cette, ces.
Je veux bien visiter ___ musée (m).

Vul in, kies uit: ce, cet, cette, ces.
Regarde ___ jeunes, ils font une photo.

grammatica: 

ik kan het aanwijzend voornaamwoord herkennen in een tekst en gebruiken

Oefenmateriaal:

boîte à grammaire aanwijzend voornaamwoord

grammatica: 

ik kan het bezittelijk voornaamwoord herkennen in een tekst en gebruiken

Doel bereikt?