Examinering schrijven

11 juni
10.00-11.00
C203
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11 juni
10.00-11.00
C203

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Weging
Soorten opdrachten
Beoordeling
Zakelijke brief theorie
opdracht maken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Verwijswoorden

Slide 8 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Synoniemen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Zakelijke brief of e-mail

Slide 22 - Tekstslide

Wat is van toepassing op een zakelijke brief?
A
informele taal
B
formele taal

Slide 23 - Quizvraag

Een zakelijke brief begint met 'Ik'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Wat is voor een zakelijke brief juist?
A
Ik hoop dat jullie snel reageren op mijn klacht.
B
Ik hoop dat u spoedig reageert op mijn klacht.
C
Ik hoop dat U spoedig reageert op mijn klacht.

Slide 25 - Quizvraag

Hoe eindig je een zakelijke brief?​
A
Met vriendelijke groet,
B
Met vriendelijke groeten,
C
Groetjes,
D
Mvg,

Slide 26 - Quizvraag

De volgorde van een zakelijke brief:
A
adres ontvanger, adres afzender, aanhef, datum, betreft
B
adres ontvanger, adres afzender, betreft, aanhef, datum
C
adres afzender, adres ontvanger, datum, betreft, aanhef
D
adres afzender, adres ontvanger, betreft, datum, aanhef

Slide 27 - Quizvraag

Zakelijke brief
A
eigen mening met argumenten
B
opsomming met doe-woorden
C
formeel taalgebruik

Slide 28 - Quizvraag

 Onderdelen zakelijke brief

  • Naam en adres afzender
  • Naam en adres geadresseerde
  • Plaatsnaam, datum (maand voluit)
  • Betreft of onderwerp
  • Aanhef: Geachte heer, mevrouw, of Beste meneer, mevrouw,
  • Inleiding, kern, slot (denk aan alinea's)
  • Afsluiting: Met vriendelijke groet,
  • Handtekening


Slide 29 - Tekstslide

Zakelijke brief

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht
Je voert op je stage een project uit en je hebt daar geld van de gemeente voor nodig. Je schrijft de wethouder van jouw gemeente die hierover gaat een brief.
  • Beschrijf wat je plan is.
  • Beschrijf voor wie je dit wilt en waarom dit belangrijk voor hen.
  •  is. Geef hiervoor twee argumenten.
  • Beschrijf waarom je de financiële bijdrage nodig hebt. Geef hiervoor twee argumenten.
  • Beschrijf hoeveel geld je nodig hebt en waarvoor dat bedrag bedoeld is.


 

Slide 31 - Tekstslide

Fijne dag en tot de volgende les

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide