Hertenkampen verdwijnen

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke dieren zijn er op een kinderboerderij?
Stuur per dier je antwoord door!

Slide 2 - Woordweb

Wat vind jij van een kinderboerderij.
A
superleuk
B
mwja, best wel leuk
C
niet leuk, niet stom
D
voor mij hoeft het niet

Slide 3 - Quizvraag

Vind jij dat je dieren mag gevangen houden voor het plezier van mensen?
Ja, waarom?
Nee, waarom niet?

Slide 4 - Woordweb

We kijken naar het jeugdjournaal van Nieuwsbegrip.
Let op: maak aantekeningen.

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel hertenkampen zijn er ongeveer in Nederland?
A
100
B
125
C
200
D
250

Slide 6 - Quizvraag

Wie is Piet Adema
A
Boswachter van de Veluwe
B
Minister van Natuur
C
Eigenaar van het hertenkamp in Purmerend
D
geweienverzamelaar

Slide 7 - Quizvraag

Welk kind zag je niet in het Jeugdjournaal?
A
Jonathan
B
Andras
C
Suze
D
Hannah

Slide 8 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Een damhart herken je aan platte stukken op zijn gewei.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Zijn staart is 25 cm.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Zijn vacht is bruin/zwart met witte stippen.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Zijn gewicht is tussen 40 - 120 kilo.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Een hert wordt ongeveer 20 jaar oud.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Een hert eet: gras, bladeren, granen en........

Slide 14 - Open vraag

We lezen de tekst.

Slide 15 - Tekstslide

Lees het stukje 'Lijst' nog eens.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat hoort bij 1 te staan?
A
fokken
B
verbod
C
zielig
D
gevangenschap

Slide 18 - Quizvraag

Wat is dit:
Schapen, ezels, alpaca's, kamelen en geiten.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
waarschuwing
D
oorzaak-gevolg

Slide 19 - Quizvraag

Lees r. 21 - 23.
Wat betekent het woordje 'maar' hier?

Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent het woordje 'maar' hier?
A
begin van een opsomming
B
oorzaak-gevolg
C
tegenstelling
D
waarschuwing

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling?
Leg in eigen woorden uit.

Slide 22 - Open vraag

Lees regel 29 - 31
Waarom zijn niet alle partijen het eens met het besluit?

Slide 23 - Tekstslide

Waarom zijn niet alle partijen het eens met het besluit?
A
Ze willen dat hertenkampen blijven.
B
Herten zouden het niet overleven in het wild.
C
De lijst is naar willekeur samengesteld.
D
Ze willen meer dieren op de lijst.

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Bij welk stukje hoort deze afbeelding?
A
Inleiding
B
Verbod op herten
C
Lijst
D
Verbaasd

Slide 26 - Quizvraag

In welk jaar is het hertenkamp bij Werkendam opgericht?
A
1953
B
1950
C
2003
D
2024

Slide 27 - Quizvraag

Wat vind jij van het besluit om hertenkampen te sluiten?
A
voor
B
tegen

Slide 28 - Quizvraag

Waarom ben je voor/tegen?

Slide 29 - Woordweb

Bedenk een andere oplossing in plaats van het sluiten van hertenkampen.

Slide 30 - Woordweb