Herhaling actieve aarde vwo3

Les 1: Opbouw van de aarde en plaatbewegingen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 1: Opbouw van de aarde en plaatbewegingen

Slide 1 - Tekstslide

Lees De opbouw van de aarde in je leerboek. Sleep de begrippen naar de juiste plaats in de tekening.
Aardkorst
Mantel
Aardkern

Slide 2 - Sleepvraag

opbouw van de aarde

Slide 3 - Tekstslide

wat is platentektoniek

Slide 4 - Open vraag

Schuif de plaatbewegingen naar de juiste plaats.

Slide 5 - Sleepvraag

Divergent
Convergent
Transform

Slide 6 - Sleepvraag

mantel
continentale korst
trog
oceanische korst
subductie

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Les 2: De gevolgen van platentektoniek 

Slide 10 - Tekstslide

Continent--><- - Oceaan

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Welke drie vulkanen kennen we?

Slide 13 - Open vraag

schildvulkaan
stratovulkaan
caldera

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Waarom komen er geen vulkanen voor in het noorden van India?

Slide 16 - Open vraag

waar komen hotspots (vulkanisme) voor?
A
Op de plaatgrens
B
bij gebergte vorming
C
Midden op de plaat
D
op de continentale plaat

Slide 17 - Quizvraag

les 3: Stenen

Slide 18 - Tekstslide

Welke drie soorten gesteente kennen we?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Les 4: De geologische tijdlijn

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Waarom was er tijdens het Precambrium geen leven op land mogelijk?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Les 5: Structurele geologie

Slide 31 - Tekstslide

Wat betekent superpositie?

Slide 32 - Open vraag

Horsten en slenken
Wat ligt hoog en wat ligt laag?
A
Een horst ligt hoog een slenk ligt laag
B
Een horst ligt laag en een slenk hoog
C
Een horst ligt laag en een slenk ook
D
Een horst ligt hoog en een slenk ook

Slide 33 - Quizvraag