kwaliteit
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat weet jij al
van kwaliteit?
van kwaliteit?
Slide 2 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de beste omschrijving van het woord 'kwaliteit' in vaktaal?
A
Een ander woord voor iets wat goed is
B
Een persoonlijke mening over hoe fijn iets voelt
C
eigenschap die je kunt beoordelen aan een product of dienst
D
Een woord dat vooral gaat over hoe duur iets is
Slide 4 - Quizvraag
In vaktaal gebruik je ‘kwaliteit’ niet zomaar als synoniem voor ‘goed’. Je moet specifieker zijn. Denk aan woorden als ‘gebruiksvriendelijk’, ‘gezellig’ of ‘snel’. Kwaliteit gaat over eigenschappen die je kunt beoordelen, soms objectief, soms subjectief.
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe gebruik je het woord kwaliteit in vaktaal op de juiste manier?
A
Een ander woord voor wat goed is, zoals "lekker"
B
Als een ander woord voor iets wat goed is, zoals "lekker" of "mooi"
C
Alleen als je een product duur vindt
D
Specifieke woorden zoals "gebruiksvriendelijk"
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort bij materiële kwaliteitseisen?
A
Of je collega’s aardig zijn
B
Of je je werkplek gezellig vindt
C
Of de werkplek schoon en veilig is.
D
Of je tevreden bent over de sfeer op je werk
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke van de onderstaande zaken hoort bij immateriële kwaliteitseisen?
A
Een veilige werkplek zonder losse snoeren
B
Een stevige bureaustoel en goed werkend licht
C
Een laptop met de juiste software
D
Voldoende afwisseling in het werk en goed contact met collega’s
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
