H3 H4 P1

Planning
  1. Dagopening
  2. Uitleg opgave 5
  3. Leerdoelen H4P1
  4. Uitleg H4P1
  5. Vragen - huiswerk
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Planning
  1. Dagopening
  2. Uitleg opgave 5
  3. Leerdoelen H4P1
  4. Uitleg H4P1
  5. Vragen - huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Welke dagopening gaan we behandelen?
Goed voor de weerstand, 'Alsjeblieft niet', Weerstand overwinnen, iedereen verslaafd, geen zin.

Slide 2 - Woordweb

Opgaven 5 voorkennis

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Leerdoelen 4.1 Voortstuwen en tegenwerken
  1. Ik kan beschrijven waarvan de luchtweerstandskracht en de rolweerstandskracht afhankelijk zijn.
  2. Ik kan de resultante op een voorwerp afleiden.
  3. Ik kan de twee gevolgen van een resultante op een voorwerp benoemen.
  4. Ik kan verklaren welke beweging een voorwerp zal maken als je de resultante kent (eerste wet van Newton).

Slide 5 - Tekstslide

Waarvan is luchtweerstandskracht en rolwrijvingskracht afhankelijk?

Slide 6 - Woordweb

Ik kan beschrijven waarvan de luchtweerstandskracht en de rolweerstandskracht afhankelijk zijn.
Frontaal oppervlak

Slide 7 - Tekstslide

Ik kan de resultante op een voorwerp afleiden.
Resultante: alle krachten bij elkaar optellen.

Slide 8 - Tekstslide

Als de resultante werkt in de bewegingsrichting dan...
A
is er een vertraging
B
is er een verhoging
C
is er een versnelling
D
is er een verlaging

Slide 9 - Quizvraag

Ik kan de twee gevolgen van een resultante op een voorwerp benoemen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat gebeurt er als de resultante 0 N is?

Slide 11 - Woordweb

Eerste wet van Newton!
Een voorwerp waarop de resultante 0 N is, is in rust, of beweegt met constante snelheid langs een rechte lijn.

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen 4.1 Voortstuwen en tegenwerken
  1. Ik kan beschrijven waarvan de luchtweerstandskracht en de rolweerstandskracht afhankelijk zijn.
  2. Ik kan de resultante op een voorwerp afleiden.
  3. Ik kan de twee gevolgen van een resultante op een voorwerp benoemen.
  4. Ik kan verklaren welke beweging een voorwerp zal maken als je de resultante kent (eerste wet van Newton).

Slide 13 - Tekstslide

Vragen?
Huiswerk: H4P1 opgaven 1,2,3 en 4

Slide 14 - Woordweb