MM 2G - 4.1 Elk doet zijn werk (les 2)

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom

Mens en Maatschappij

Hoofdstuk 4 Mensen en machines

Start

Lesdoelen

• Je weet welk product je maakt bij H4: opdracht + sjabloon.
  
• Je kent de beroepssectoren.
  

Leerdoel

• Je bent bekend met de kinderarbeid in de industriesector van de 19e eeuw.  
• Je kent de beroepssectoren.

Huiswerk

• Introductieopdrachten.

Hoofdstuk 4 Mensen en machines

Introductie

Leerdoel

• Je bent bekend met de kinderarbeid in de industriesector van de 19e eeuw.  

Kijk mee... (Verleden van Utrecht: aflevering Kinderarbeid)

• Het is het jaar 1870, de tijd van de ____________________. 
• In plaats van ____________________ wol wassen, kammen en verven, spinnen en weven, wordt het werk gedaan door grote machines in enorme hallen. 
• Voor de fabrieksbazen heel gunstig en lekker goedkoop maar voor de ____________________ was het een hel, vooral voor de kinderen. 
• De omstandigheden in de ____________________ zijn verschrikkelijk. De ____________________ probeer er wat aan te doen.

Hoofdstuk 4 Mensen en machines

Introductie

Leerdoel

• Je bent bekend met de kinderarbeid in de industriesector van de 19e eeuw.  

Kijk mee... (Verleden van Utrecht: aflevering Kinderarbeid)

• Het is het jaar 1870, de tijd van de ____________________. 
• In plaats van ____________________ wol wassen, kammen en verven, spinnen en weven, wordt het werk gedaan door grote machines in enorme hallen. 
• Voor de fabrieksbazen heel gunstig en lekker goedkoop maar voor de ____________________ was het een hel, vooral voor de kinderen. 
• De omstandigheden in de ____________________ zijn verschrikkelijk. De ____________________ probeer er wat aan te doen.

Hoofdstuk 4 Mensen en machines

4.1 Elk doet zijn werk

Leerdoelen

• Je kent de drie beroepssectoren noemen en hun kenmerken.
• Je kent de primaire sector.

Uitleg

• Beroepsbevolking = alle mensen die werken of werk zoeken.
• Beroepssector = het soort werk dat je doet.
• Drie beroepssectoren: landbouwsector (primaire sector), industriesector (secundaire sector), dienstensector (tertiaire sector) .

Hoofdstuk 4 Mensen en machines

4.1 Elk doet zijn werk

Leerdoelen

• Je kent de drie beroepssectoren noemen en hun kenmerken.
  
• Je kent de primaire sector.

Uitleg

• Landbouwsector = agrarische sector = primaire sector
• Boeren > dieren houden (veeteelt), gewassen telen (akkerbouw).
• Vissers halen ook producten uit de natuur. Mijnbouwers ook.
• Kleinste sector.

Hoofdstuk 4 Mensen en machines

4.1 Elk doet zijn werk

Leerdoelen

• Je kent de drie beroepssectoren noemen en hun kenmerken.
• Je kent de primaire sector.

Uitleg

• Landbouwsector = agrarische sector = primaire sector
• Boeren > dieren houden (veeteelt), gewassen telen (akkerbouw).
• Vissers halen ook producten uit de natuur. Mijnbouwers ook.
• Kleinste sector.

Hoofdstuk 4 Mensen en machines

4.1 Elk doet zijn werk

Leerdoelen

• Je kent de drie beroepssectoren noemen en hun kenmerken.
• Je kent de primaire sector.

Opdracht

• Maak onderdeel 1-12.

Hoofdstuk 4 Mensen en machines

Afsluiting

Lesdoelen

• Je weet welk product je maakt bij H4: opdracht + sjabloon.
  
• Je kent de beroepssectoren.
  

Leerdoel

• Je bent bekend met de kinderarbeid in de industriesector van de 19e eeuw.  
• Je kent de beroepssectoren.

Huiswerk

• Introductieopdrachten.