Week 50 les 1 en 2 lijdend voorwerp en herhaling grammatica redekundig

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

- Herhaling vorige lessen
- Huiswerk bespreken (lastige opdrachten)
- blz. 107 opdracht 4 en 5 maken
- Bespreken

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
De persoonsvorm van een zin.
B
Alle werkwoorden in een zin.
C
De persoonsvorm en onderwerp van een zin.

Slide 4 - Quizvraag

De postbode gaf het pakketje aan de buren.


Wat is het lijdend voorwerp?
A
gaf
B
de postbode
C
het pakketje
D
aan de buren

Slide 5 - Quizvraag

Lijdend voorwerp (lv)
Komt voor in zinnen waar iemand/iets wat meemaakt.

Vindproef
  • Noteer eerst het werkwoordelijk gezegde (wwg) en het onderwerp (ow).
  • Stel dan de vraag: wie of wat + wwg + ow?
  • Het antwoord op de vraag in het lijdend voorwerp (lv)

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht

  • Wat: Maak opdrachten 4 en 5 op blz. 107
  • Hoe: alleen (zacht overleggen mag)
  • Hulp: mevrouw de vries en tekstboek
  • Tijd: 10 minuten
  • Uitkomst: klassikaal bespreken
  • Klaar?: Maak opdracht 11 en 12 op blz. 227 (en kijk zelf na)

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen
www.cambiumned.nl
Grammatica --> zinsdelen --> lijdend voorwerp

Slide 8 - Tekstslide

- Herhaling grammatica
  • pv
  • zinsdelen
  • onderwerp
  • wwg
  • lv
- Oefening
- Opdracht
- Afsluiting

Slide 9 - Tekstslide

Haal de PV, WWG, OW en LV uit de onderstaande zinnen: 



1)  Zij heeft hem een horloge gegeven.
 
2) Op onze school lezen de leerlingen weinig boeken.

3) De bewaker verkent het terrein achter de gebouwen.

Slide 10 - Tekstslide

Haal de PV, WWG, OW en LV uit de onderstaande zin: 



1)  Zij heeft hem een horloge gegeven.
  •  PV= heeft
  • WWG= heeft gegeven
  • OW= zij
  • LV= een horloge


Slide 11 - Tekstslide

Haal de PV, WWG, OW en LV uit de onderstaande zin: 



2) Op onze school lezen de leerlingen weinig boeken.
  • PV= lezen
  • WWG= lezen
  • OW= de leerlingen
  • LV= weinig boeken

Slide 12 - Tekstslide

Haal de PV, WWG, OW en LV uit de onderstaande zin: 



3) De bewaker verkent het terrein achter de gebouwen.
  • PV= verkent
  • WWG= verkent
  • OW= de bewaker
  • LV= het terrein achter de gebouwen

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Wat: bedenk zelf zinnen over je eigen leven en noteer daarvan de zinsdelen: PV, WWG, OND en LV.
Hoe: alleen (zacht overleggen mag)
Hulp: mevrouw de vries en tekstboek
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: klassikaal een aantal zinnen bespreken
Klaar?: Verdeel je zinnen in zinsdelen. Daarna oefenen op www.cambiumned.nl --> grammatica --> zinsdelen --> (en dan een kiezen die je wilt oefenen)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide