Hoofdstuk 5 Communicatie

Communicatie
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert wat (verbale en non-verbale) communicatie is
  • Wat ruis betekend in de communicatie
  • Hoe je omgaat met conflicten
  • Wat je moet doen bij communicatie met blinde en dove mensen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is communicatie?
Bij communicatie vertel je een boodschap aan een ander persoon.

Dit kan gaan om een gebeurtenis die je wilt vertellen of een vraag die je stelt aan iemand.

De ander reageert hierop naar jou.


Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Zender> boodschap>ontvanger 

Slide 5 - Tekstslide

MIScommunicatie

Slide 6 - Tekstslide

4.4 Verbale en non-verbale communicatie. 
Verbale communicatie:
Gesproken woord
Geschreven woord

Non verbale communicatie:
Lichaamshouding
Gezichtsuitdrukking 

Slide 7 - Tekstslide

Non - verbale communicatie

Slide 8 - Tekstslide

Verbale communicatie 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welke emoties heb je gezien?
Welke non-verbale communicatie?

Slide 11 - Tekstslide

Ruis... 

Slide 12 - Tekstslide

Interne ruis
  • Ruzie thuis
  • Je voelt je niet lekker
  • Je bent boos
  • Je bent zenuwachtig
Externe ruis
  • Geluid van een radio
  • Geluid van een vliegtuig
  • Mensen die om je heen zitten te praten
  • Weg werkzaamheden

Slide 13 - Tekstslide

Oftewel communicatie en ruis

Slide 14 - Tekstslide

                                     LSD

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Omgaan met conflicten
Conflicten ontstaan vaak uit misverstanden. 

Oorzaken
De ander geeft de boodschap niet goed door
Verbale en non verbale communicatie klopppen niet
De ander heeft de boodschap verkeerd begrepen
Er is is ruis

Oplossingen
Bespreken van het probleem
Onderhandelen


Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag...
Hoofdstuk 4 
4.1, 4.2 lezen
Maak 4.3, 4.4, 4.5
Lees 4.6
Maak 4.7

timer
30:00

Slide 18 - Tekstslide

Heb je geen last gehad van ruis?
-Hoofdstuk 4 communicatie-
Pak een chromebook en check je kennis!

Slide 19 - Tekstslide

Wat is communicatie?

Slide 20 - Woordweb

Aan welke manier van communicatie kun je zien hoe het met iemand gaat?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 21 - Quizvraag

Bij communicatie is er sprake van een
A
Boodschap
B
Ontvanger
C
Zender
D
Alle drie

Slide 22 - Quizvraag

Wat is geen emotie?
A
Blij
B
Rijk zijn
C
Boos
D
Bang

Slide 23 - Quizvraag

Zwaaien is een vorm van .......
A
Non-verbale communicatie
B
Fit zijn
C
Verbale communicatie
D
Geen één van de bovenstaande antwoorden

Slide 24 - Quizvraag

Welke woorden passen bij woede?
A
Verdriet, huilen
B
Vreugde, lachen
C
Kwaad, ruzie
D
Paniek, angst

Slide 25 - Quizvraag

Welk woord past bij blijdschap?
A
Tegenzin
B
Pijn
C
Plezier
D
Angst

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van verbale communicatie?
A
Met je vuist op tafel slaan omdat je boos bent
B
Een WhatsApp gesprek voeren

Slide 27 - Quizvraag

Verkeersborden zijn geen
vorm van communicatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Een mail schrijven is een vorm van:
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van passief luisteren?
A
Je knikt als je het begrijpt
B
Je herhaalt wat er wordt gezegd
C
Je zit met je armen over elkaar het gesprek aan te horen
D
Je stelt tussendoor vragen om achter meer informatie te komen

Slide 30 - Quizvraag

Bij ruis komt een boodschap niet goed over bij de ontvanger
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van verbale communicatie?
A
Kaj kijkt verdrietig tijdens de activiteit.
B
Maik stuurt een emoticon via WhatsApp naar Zigo.
C
Lisa steekt haar duim omhoog naar Mirthe.
D
Xavier mailt naar Courteney dat hij aanwezig is bij de activiteit.

Slide 32 - Quizvraag

Waar is jouw uitstraling een onderdeel van?
A
Verbale communicatie.
B
Non-verbale communicatie.
C
Mondelinge communicatie.
D
Schriftelijke communicatie

Slide 33 - Quizvraag

Welke uitspraak over lichaamstaal is juist?
A
Je kunt met lichaamstaal goed verbergen hoe je je echt voelt.
B
Lichaamstaal is lastig te interpreteren.
C
Je lichaamstaal laat zien hoe je je voelt.
D
Lichaamstaal is voor iedereen anders

Slide 34 - Quizvraag

Welke uitspraak over actief luisteren is juist?
A
Actief luisteren wil zeggen dat je actief weergeeft wat er gezegd wordt.
B
Bij actief luisteren gaat het erom dat je snel snapt wat de ander bedoelt.
C
Als je actief luistert, dan vul je het verhaal van de ander aan.
D
Bij actief luisteren let je goed op hóe iemand iets zegt.

Slide 35 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van interne ruis?
A
Een krakende telefoonverbinding.
B
Geluid door een tv die aanstaat.
C
Een vliegtuig vliegt laag over.
D
Slechte concentratie doordat je verdrietig bent.

Slide 36 - Quizvraag

Een methode om goed te luisteren tijdens een gesprek is de LSD-methode. Waar staan de letters LSD voor?
A
Luisteren, spreken, doorvragen.
B
Luisteren, samenvatten, doorvragen.
C
Luisteren, spreken, doorpraten.
D
Luisteren, samenvatten, doorpraten

Slide 37 - Quizvraag

Welke emotie????

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Samenwerken en Non verbale communicatie

Slide 42 - Tekstslide

De opdracht...
We delen de groep in 4 groepen

Je krijgt een envelop met daarin 5 puzzels. 
De bedoeling is dat je met je groepje daar 5 even grote vierkanten van maakt.

Slide 43 - Tekstslide

De spelregels
Er mag niet gepraat worden.
Je mag geen puzzelstukken bij iemand anders wegnemen.
Je mag wel puzzelstukken weggeven. Dat doe je door het puzzelstuk naar de ander te schuiven.

Je bent klaar als je met je groepje 5 dezelfde vierkanten hebt gemaakt. Je gaat dan met je armen over elkaar zitten en bent nog steeds stil. 
Bekijk vanaf je stoel naar de andere groepen. 

Slide 44 - Tekstslide

Nabespreken
Hoe was het om stil te zijn tijdens de oefening?
Wat waren jullie rollen?
Was er iemand heel goed in en nam de leiding? 
Vond iemand het een lastige oefening en was alles aan het wegschuiven?
Konden jullie goed samenwerken? Hoe merkte je dat?
Wat heeft geholpen zodat jullie de puzzels konden maken?

Welke vorm van NON-VERBALE COMMUNICATIE heb je gebruikt?

Slide 45 - Tekstslide

4.8 Communicatie met blinde of slechtziende mensen


Als je iemand tegenkomt zeg duidelijk je naam, wie je bent.
Bij een groepsactiviteit stel je alle deelnemers voor.
Zorg dat de informatie in braille is.


Slide 46 - Tekstslide

4.8 communicatie met dove mensen

Spreek woorden duidelijk uit, beweeg je mond extra
Praat wat harder
Maak gebruik van gebarentaal

Slide 47 - Tekstslide

Aan de slag...
Maak 4.9 -> Begrippen

Lees blz. 193 
Maak je naam in gebarentaal! Presenteer je naam een je groepje

Tijd over? Maak je naam in Braille
Pimp je naam. 

Slide 48 - Tekstslide

Tijd over??
In deze aflevering gaat Jurre 
langs bij de 21-jarige Lucas. 
Hij leeft met de wetenschap 
dat hij over een paar jaar niets 
meer kan horen en zien. 
                    (15 min)

Slide 49 - Tekstslide