Genre in de kijker: strip vs poëzie (Jasmijn)

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerken strip

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken gedicht

Slide 4 - Woordweb

Woorden krijgen vaak een speciale beteknis. Soms bedenkt de auteur nieuwe woorden (neologismen). 
Centraal staan emoties, toestanden, ideeën ...
een teksttype waarbij afbeeldingen en tekst worden combineerd.
De auteur kiest woorden omwille van hun klank. Zo creëert hij rijm.
Tekstvakjes geven extra info zoals plaats en tijd.
Het teksttype wordt opgesplitst in verzen en strofen.
een teksttype waarbij het verhaal minder belangrijk is dan het beschrijvende.
Wat de personages zeggen, staat in tekstballonnen.
Vaak wordt er gebruikgemaakt van onomatopeeën om geluiden weer te geven.

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Handelingen spelen een belangrijke rol.
A
+ proza
B
+ strip
C
+ gedicht

Slide 7 - Quizvraag

Gevoelens krijgen de meeste aandacht.
A
+ proza
B
+ strip
C
+ gedicht

Slide 8 - Quizvraag

Het gaat om korte teksten.
A
+ proza
B
+ strip
C
+ gedicht

Slide 9 - Quizvraag

Woorden hebben meestal slechts één betekenis.
A
+ proza
B
+ strip
C
+ gedicht

Slide 10 - Quizvraag

Woorden kunnen verschillende betekenissen hebben.
A
+ proza
B
+ strip
C
+ gedicht

Slide 11 - Quizvraag

Ook de klank van woorden speelt een rol.
A
+ proza
B
+ strip
C
+ gedicht

Slide 12 - Quizvraag

De tekst bestaat vooral uit dialogen.
A
+ proza
B
+ strip
C
+ gedicht

Slide 13 - Quizvraag

De schrijver speelt met de betekenis en klank van woorden.
A
+ proza
B
+ strip
C
+ gedicht

Slide 14 - Quizvraag

De zinnen krijgen een speciale schikking op het blad.
A
+ proza
B
+ strip
C
+ gedicht

Slide 15 - Quizvraag

Er is een aparte plaats voor de beschrijvende tekst en voor wat de personages zeggen.
A
+ proza
B
+ strip
C
+ gedicht

Slide 16 - Quizvraag

oefening 5
Handelingen spelen een belangrijke rol
Gevoelens kijgen de meeste aandacht
De schrijver gebruikt klankrijke of rijmende woorden
De tekst bestaat vooral uit dialogen
De schrijver speelt met de betekenis en klank van woorden
De zinnen krijgen een speciale schikking op het blad
De schrijver gebruikt tekstballonnen
timer
3:00

Slide 17 - Tekstslide