10.5
1 / 14
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Lineair verband
Kwadratisch verband
Wortel verband
Periodiek verband
Slide 6 - Sleepvraag
Kwadratisch
verband
Periodiek verband
Wortelverband
Lineair
verband
Slide 7 - Sleepvraag
Hoe bepaal je in een tabel of je te maken hebt met de volgende verbanden
Kwadratisch verband
Lineair verband
Wortelverband
Periodiek verband
Gelijke toenames
Het verschil tussen de toenames is gelijk
Dit verband heeft geen tabel
Toename wordt steeds kleiner
Slide 8 - Sleepvraag
In een wortelverband kan ik alle mogelijke getallen invullen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Een lineair verband is altijd een rechte lijn
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Een kwadratische grafiek is altijd een parabool
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Bij een kwadratische formule moet ik erop letten dat:
A
De negatieve getallen tussen haakjes moeten
B
Niets
Slide 12 - Quizvraag
Een lineaire formule is altijd in de vorm: Y = startgetal * X +/- hellingsgetal
A
Waar
B
Niet waar
