In Catalinam historische achtergrond

Cicero & Catilina,
historische context
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnSecundair onderwijs

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cicero & Catilina,
historische context

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke staatsvorm leefde Cicero?
A
Koninkrijk
B
Republiek
C
Keizerrijk
D
Constitutionele Democratie

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verdeel de uitspraken over de juiste conclusies.
Cicero was een homo novus
Cicero was een rhetor
Cicero kwam uit Arpinum
Cicero hield redevoeringen voor zijn clientes
Cicero is opgeleid in Griekenland
Cicero schreef ook niet-politieke teksten

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een definitie voor de term
"homo novus".

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In 75 v. Chr. (op 31-jarige leeftijd) is Cicero quaestor. Wat is die functie en waar was die?
A
militair, Africa
B
militair, Sicilië
C
financieel, Africa
D
financieel, Sicilië

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

66 v. Chr.
Cicero werd praetor
Op p. 64 van jullie boekje staat "pmetor" ipv "praetor".
Er waren meerdere praetoren en ze hadden vooral  gerechtelijke macht.
Ze werden verkozen door de volksvergadering.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Revolutie
Sinds 376 v. Chr. was het mogelijk om als plebejer de trap van het cursus honorum te betreden.
(cursus honorum is pas in
82 v.Chr. officieel als zodanig vastgelegd en beschreven)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolg van toetreding plebejers
Tegenstelling: 
Optimates vs. Populares 

Uitvergroot door de Gracchi 
(133 v. Chr.)
- Graanprijs verlagen
- Akkerwet

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Escalatie
Burgeroorlogen
1) Marius vs. Sulla (88-87 v.Chr.)
- Proscriptielijsten
- Sulla = dictator

2) Caesar vs. Pompeius
3) Octavianus vs. M Antonius

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar: "Cicero was afkomstig uit de senatorenstand."
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe liep het voor Cicero af?
A
Hij kreeg de titel primus inter pares
B
Hij pleegde zelfmoord
C
Hij leefde nog lang en gelukkig
D
Hij werd vermoord door Marcus Antonius

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke groep behoort Cicero?
A
Populares
B
Optimates

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trek de parallel.
Optimates
Populares
Politiek rechts, conservatief
Politiek links, progressief

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moest Cicero zijn best doen niet als popularis gezien te worden?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

7 november 63 v. Chr.
Datum van de eerste Catalinische redevoering: 
de redevoering die wij lezen.

Cicero verwijt Catilina  een moordaanslag op hem te hebben beraamd tijdens de consulverkiezingen waarin Catilina en Cicero het tegen elkaar opnamen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

December 63 v. Chr.
Cicero laat aanhangers van Catilina executeren. 
Deze aanhangers spanden samen met enkele Galliërs voor militaire steun tijdens een staatsgreep.

Cicero kreeg hiervoor bij zijn aftreden in 64 v. Chr. de titel
"pater patriae". 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

58 v. Chr.
Cicero's harde optreden in 63 v. Chr. wordt tegen hem gebruikt 
(hij had Romeinse burgers laten doden, wat tegen de burgerrechten was)

=> Cicero gaat in ballingschap (hij houdt de eer aan zichzelf)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk genre teksten schreef Cicero vooral tijdens zijn ballingschap?
A
hij redigeerde zijn redevoeringen
B
hij schreef filosofische teksten
C
hij schreef persoonlijke brieven
D
hij schreef een epos

Slide 18 - Quizvraag

A deed hij al tijdens zijn politiek actieve leven, als een soort reclame voor hemzelf

B deed hij juist na terugkomst uit ballingschap

D deed hij tijdens zijn jeugd als literaire oefening, daar hebben we helaas niks van
Eerste Triumviraat (60 - 53 v.C.)
Cicero in ballingschap, 
deze drie mannen hadden Rome goed in hun greep.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De drie namen....

Slide 20 - Woordweb

Pompeius, Caesar en Crassus
Trium wordt duorum

Crassus sterft in een veldslag tegen de Parthen;
Pompeius en Caesar komen tegenover elkaar te staan.

Moet Cicero kant kiezen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epistulae ad familiares 16.11.2
"Ik ben op 4 januari [red: 49 v.Chr.] bij Rome aangekomen. Onderweg ben ik op de meest eervolle manier ingehaald. Ik ben echter midden in de brand van een politiek conflict, zeg maar gerust een burgeroorlog, terechtgekomen. Ik heb geprobeerd het kwaad te verhelpen en had dat, geloof ik, ook gekund, maar de persoonlijke ambities van bepaalde figuren -in beide kampen zijn er mensen die op oorlog uit zijn- hebben mij dat onmogelijk gemaakt."

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was er denk je vooral voor Cicero nodig geweest om de republiek te redden?
aanwezigheid in Rome ipv de belegering van Pindenissus
de plek van Crassus in het triumviraat
vriendschap met Caesar
het was niet meer te redden
meer tijd, geld en nieuwe consul-verkiezingen

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hij koos in 48 v. Chr. voor Pompeius' kamp (optimates)
Dat bleek het verkeerde paard. Pompeius werd kort daarna verslagen door Caesar bij Pharsalus.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft Cicero zeker niet ontmoet in zijn leven?
A
Julius Caesar
B
Keizer Augustus
C
Cleopatra
D
Seneca

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is er nog iets uit de historische achtergrond dat je niet snapt of waar je benieuwd naar bent?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Terug naar de tekst: 15.4b
TB p. 182
Misschien handiger:
pak je werkboekje erbij, dan kan je notities bij de tekst maken. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

r. 3 ereptam
Waarmee congrueert het?
A
terras
B
vitam istam
C
suppliciis iustis
D
fugae

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

r. 3 ereptam
Wat is het?
A
PV
B
ppp
C
ppa
D
gerundivum

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

next slide:

Wat bedoelt Cicero?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil Cicero denk je zeggen
met r. 1-3?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

r. 4 sibi
Hoe vertaal je sibi in deze context?
"als ze hebben besloten dat "sibi placere]"
A
zichzelf
B
hem
C
hen
D
zij

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel woord uit r. 3 t/m 5
past niet bij de andere drie?
A
senatum
B
id
C
ordo
D
sibi

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ind.pr.
coni.pr.
ind.fut.
ind.pf.
referam
abhorret
faciam
intellegas
sentiant

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies