Woordraadstrategieën

Les 16 - Woordraadstrategieën
- Welkom :)
- Pak je leesboek, laptop, lesboek en schrift voor je!

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 16 - Woordraadstrategieën
- Welkom :)
- Pak je leesboek, laptop, lesboek en schrift voor je!

Slide 1 - Tekstslide

Welke leesstrategieën zijn er?

Slide 2 - Open vraag

Lees de onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over voor geschiedenis. Je leest de tekst in je geschiedenisboek.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoekt de website van het pretpark.
Globaal lezen
Intensief lezen
Zoekend lezen

Slide 3 - Sleepvraag

Welke drie woorden gebruik jij het meest?

Slide 4 - Woordweb

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
  • ken je vijf woordraadstrategieën.

  • kun je uitleggen hoe je verschillende woordraadstrategieën moet gebruiken.

  • kun je bij het lezen van een tekst de betekenis van lastige woorden achterhalen door woordraadstrategieën te gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide



Slide 6 - Tekstslide

Woordraadstrategie

Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen:

  • synoniem
  • samenstellingen
  • overeenkomsten
  • tegenstelling
  • lees terug of vooruit

Slide 7 - Tekstslide

Woordraadstrategie synoniem
Zoek naar een synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis.
  • Exact - Precies


Vaak vind je als je even verder leest in de tekst een synoniem voor een moeilijk woord dat je niet weet.

Slide 8 - Tekstslide

Bedenk een synoniem

Slide 9 - Open vraag

Woordraadstrategie: lees terug of vooruit
Soms wordt een woord uitgelegd in de zin waarin het woord staat of in de zinnen die eromheen staan. 


Slide 10 - Tekstslide

BVR: Mensen die niet goed kunnen lezen of schrijven, worden analfabeten genoemd.

Leg uit hoe je aan je antwoord bent gekomen.

Slide 11 - Open vraag

Wat het verschil tussen een synoniem en vooruit of terug lezen

Slide 12 - Open vraag

Woordraadstrategie: overeenkomsten
Soms lijkt een woord op een woord dat je wel kent, bijvoorbeeld uit een andere taal. 



Slide 13 - Tekstslide

Woordraadstrategie tegenstelling vinden:
  • Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.

  • Als je een onbekend woord tegenkomt, kun je soms de betekenis begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling staat.

  • Zoek je een tegenstelling? Let dan op de volgende woorden: maar, echter, toch, daarentegen.
Bijvoorbeeld:
Goedkoop - duur
begrijpelijk - onbegrijpelijk

Slide 14 - Tekstslide

Geef zelf een voorbeeld van een tegenstelling.

Slide 15 - Open vraag

Woordraadstrategie Samenstellingen:

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent. Zulke woorden noemen je samenstellingen



Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld
'parkeergarage'
 
Het woord is een samenstelling van 'parkeer' en 'garage'

parkeergarage is dus een garage om in te parkeren...




Slide 17 - Tekstslide

Wat denk je dat het woord 'fotografiecursus' betekent?

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag!
Wat? Maken opdracht 1 t/m 8 en 10.
Waar? Op blz. 36 & 37
Hoe? De eerste 5 minuten zelfstandig en daarna mag je in tweetallen werken.
Hulp? Boek les 16, buurman/buurvrouw of docent/
Tijd? 15 min.
Klaar? Lees de theorie van les 41 en les 42.
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Nakijken

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf op wat je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 22 - Open vraag