Par. 1 Opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten (leerdoel 1) AANG

HC Steden en burgers in de Lage Landen 
1050-1700
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HC Steden en burgers in de Lage Landen 
1050-1700

Slide 1 - Tekstslide

Context: Steden en Burgers in de Lage Landen
1050- 1700
Leidende vragen:
1. Wat maakte de opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk (1050 - 1302)?
2. Welke invloed hadden sociaaleconomische en politieke ontwikkelingen op de positie van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten (1302 - 1602)? 
3. In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden Eeuw (1602 - 1700)?

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 1:
De opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Je kunt uitleggen welke veranderingen er in Europa in de late middeleeuwen waren.
2. Je kunt uitleggen hoe de lage landen één van de meest verstedelijkte gebieden van Europa wordt.
3. Je weet hoe stedelingen zelfbestuur kopen en bevechten.
4. Je weet wat de netwerken binnen en tussen verzorgingsgebieden waren en kunt uitleggen hoe die zorgen voor de noodzakelijke toestroom van poorters.

Kenmerkende Aspecten:
13: De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14: De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Je kunt uitleggen welke veranderingen er in Europa in de late middeleeuwen waren.
2. Je kunt uitleggen hoe de lage landen één van de meest verstedelijkte gebieden van Europa wordt.
3. Je weet hoe stedelingen zelfbestuur kopen en bevechten.
4. Je weet wat de netwerken binnen en tussen verzorgingsgebieden waren en kunt uitleggen hoe die zorgen voor de noodzakelijke toestroom van poorters.

Kenmerkende Aspecten:
13: De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14: De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

Slide 5 - Tekstslide

Noem verschillen tussen de vroege en late middeleeuwen?

Slide 6 - Woordweb

De Nederlanden in de tijd van Steden en Staten
Vanaf 925 n.Chr.
Onderdeel Duitse rijk (keizer) >> gedecentraliseerd
14e / 15e eeuw:
- Meer eenheid in NL 
- Stedengroei (vanaf 12e eeuw)
- Hertogen zijn machtsbelust
Verandering:
Hoe heeft deze verandering kunnen plaatsvinden?

Slide 7 - Tekstslide

De Nederlanden in de tijd van Steden en Staten
De hoofdvraag gaat over heel paragraaf 1:
wij beginnen met de eerste grote veranderingen van de middeleeuwen die alle veranderingen voor de Lage landen  in gang zetten.

Slide 8 - Tekstslide

Veranderingen in Europa in de Late Middeleeuwen
+
1: LANDBOUW

Slide 9 - Tekstslide

Veranderingen in Europa in de Late Middeleeuwen
Gevolg:
2: BEVOLKINGSGROEI

Slide 10 - Tekstslide

Veranderingen in Europa in de Late Middeleeuwen
3: HANDEL EN NIJVERHEID
+
Specialisaties in nijverheid

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Veranderingen in Europa in de Late Middeleeuwen
3: HANDEL EN NIJVERHEID

Slide 13 - Tekstslide

Veranderingen in Europa in de Late Middeleeuwen
3: HANDEL EN NIJVERHEID
Verbeteringen in transport : 
het koggeschip

Slide 14 - Tekstslide

Veranderingen in Europa in de Late Middeleeuwen
3: HANDEL EN NIJVERHEID
Bevolkingsgroei
Meer arbeiders + grotere vraag
Groei handel + groei nijverheid

Slide 15 - Tekstslide

Veranderingen in Europa in de Late Middeleeuwen
4: Monetaire economie ontstaat weer
Geldwisselaars
Wisselbrief uitgevonden
Geld werd noodzakelijk door internationale handel.

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk

Slide 17 - Tekstslide