weerstand

De eenheid van stroomsterkte is:
A
Volt
B
Watt
C
Ampère
D
Ohm
1 / 44
volgende
Slide 1: Quizvraag
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De eenheid van stroomsterkte is:
A
Volt
B
Watt
C
Ampère
D
Ohm

Slide 1 - Quizvraag

De eenheid van spanning is:
A
Volt
B
Watt
C
Ampère
D
Ohm

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het symbool voor spanning?
A
P
B
U
C
I
D
t

Slide 3 - Quizvraag

I is het symbool voor?
A
Stroom sterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Slide 6 - Link

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

de Wet van Ohm

Weerstand kun je berekenen. met de Wet van Ohm. 

R= Weerstand in Ohm (Ω)
U = spanning in Volt (V)
I = stroomsterkte in ampère(A)

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de wet van Ohm
A
R = I/U
B
R = U/I
C
R = U.I
D
R = P/I

Slide 10 - Quizvraag

R is het symbool voor?
A
Stroom sterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

De spanning over het lampje is 10 V en de stroomsterkte is 5 A. Hoeveel Ohm is de weerstand van dit lampje?

Slide 13 - Open vraag

De spanning over het lampje is 3 V en de stroomsterkte is 0,5 A. Hoeveel Ohm is de weerstand van dit lampje?

Slide 14 - Open vraag

De spanning over het lampje is 2 V en de stroomsterkte is 0,25 A. Hoeveel Ohm is de weerstand van dit lampje?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Link

Weerstand

Hier staat een voorbeeld van een weerstand.

In de weerstand zit een dun constantaan draadje of koolstof.


Dit zijn materialen waar een elektrische stroom 

niet zo heel makkelijk doorheen kan gaan.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


                                       



Weerstandbepalen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

Hoeveel Ohm is R1?

Slide 22 - Open vraag

Hoeveel Ohm is R2?

Slide 23 - Open vraag

Hoeveel Ohm is R3?

Slide 24 - Open vraag

Hoeveel Ohm is R4?

Slide 25 - Open vraag

Hoeveel Ohm is R5?

Slide 26 - Open vraag

Hoeveel Ohm is R6?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Video

Wat is een LDR?
  •  Licht gevoelige weerstand (Light Dependent Resistor)
  •  Veel gebruikt als een SENSOR in een buitenlamp
  •  LDR reageert op LICHT

meer licht = minder weerstand


Slide 29 - Tekstslide

Wat is een NTC?
  •  Temperatuur afhankelijke weerstand (Negative Temperature Coëfficiënt)
  •  Veel gebruikt als een warmtebeveiliging vb strijkijzer, droger
  • NTC reageert op temperatuur

meer warmte = minder weerstand

Slide 30 - Tekstslide

simulatie
in de volgende simulatie omgeving kun je schakelingen maken/demonstreren met ldr's en ntc's

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Welke weerstand reageert op een verandering in temperatuur?
timer
1:00
A
NTC
B
LDR
C
Dimmer
D
Dynamo

Slide 33 - Quizvraag

Wat gebeurt er met een NTC als de temperatuur ervan stijgt?
timer
1:30
A
R stijgt
B
R wordt kleiner
C
R blijft gelijk
D
NTC gaat kapot

Slide 34 - Quizvraag




Wat is de LDR in deze schakeling?
timer
1:30
A
Sensor
B
Actuator
C
Schakelaar

Slide 35 - Quizvraag

Waarop reageert een LDR
timer
1:00
A
op licht, hoe meer licht des te lager is de weerstand
B
op licht, hoe minder licht des te lager is de weerstand
C
op warmte, hoe meer warmte des te lager is de weerstand
D
op warmte, hoe minder warmte des te lager is de weerstand

Slide 36 - Quizvraag

Als er warmte komt op een LDR wat gebeurt er dan
timer
1:30
A
Niets
B
De weerstand wordt groter
C
De weerstand wordt kleiner

Slide 37 - Quizvraag

Wanneer is de weerstand van een LDR het grootst?
timer
1:30
A
in het donker
B
in het licht
C
bij lage temperaturen
D
bij hoge temperaturen

Slide 38 - Quizvraag

Wat betekent NTC
timer
1:00
A
Niet te concentreren
B
Nader te communiceren
C
Negatief te communiceren
D
Negatieve Temperatuur Coëfficiënt

Slide 39 - Quizvraag

Als er licht schijnt op een NTC , wordt de weerstand dan groter, kleiner of veranderd er niets?

Slide 40 - Open vraag

Je doet een NTC in een bakje met ijskoud water. Wat gebeurd er met de weerstand van de NTC? Wordt die groter, kleiner of veranderd er niets?

Slide 41 - Open vraag

Slide 42 - Tekstslide

Egbert en Rik hebben een lichtsterktemeter gebouwd. De batterij levert een spanning van 3,0 V. Ze meten de lichtsterkte in de felle zon. De stroomsterkte door de meter is dan 0,22 A. Bereken de weestand van de LDR

Slide 43 - Open vraag

De NTC wordt door de vloeistof gekoeld. Leg uit waarom het lampje nu niet zal branden.

Slide 44 - Open vraag