H5 zww, hww, kww samengestelde zinnen

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je overige boeken ook op tafel
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg je overige boeken ook op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten
Zww, kww, hww in samengestelde zinnen

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek

zww, hww, kww: weet je het nog?

Uitleg theorie

Opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling theorie
Soorten werkwoorden enkelvoudige zinnen (met 1 pv)
  • Zelfstandig werkwoord: max. 1 per enkelvoudige zin, kun je niet weglaten in de zin. Geeft aan wat het onderwerp doet in de zin. 
  • Koppelwerkwoord: zwobbels + hdv. Max. 1 per enkelvoudige zin, kun je niet weglaten in de zin. Geeft aan wat het onderwerp is/wordt. 
  • Hulpwerkwoord: helpt het zww of kww, kun je weglaten. 

Slide 4 - Tekstslide

Weet je het nog?

Slide 5 - Tekstslide

De kapers hebben stevige baarden.
A
hebben=zww
B
hebben=hww
C
hebben=kww

Slide 6 - Quizvraag

In het kinderliedje scheen de zon op het bolletje van Moriaantje.
A
scheen=zww
B
scheen=hww
C
scheen=kww
D
scheen=zww+hww

Slide 7 - Quizvraag

Midden in de week was Kortjakje altijd een paar dagen ziek geweest.
A
was=zww geweest=zww
B
was=hww geweest=zww
C
was=kww geweest=kww
D
was=hww geweest=kww

Slide 8 - Quizvraag

Werkwoorden bepalen in samengestelde zinnen
  • Verdeel de samengestelde zin in verschillende enkelvoudige zinnen (met 1 pv erin).

  • Bepaal per enkelvoudige zin van elk werkwoord of het een zww, kww of hww is.  

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf een samengestelde zin met minimaal 2 persoonsvormen.

Slide 10 - Open vraag

Wanneer je met een auto in het water [terechtkomt], [moet] je snel een raampje [openen], opdat je daardoor [kunt] [ontsnappen].

Slide 11 - Open vraag

Toen de illusionist met zijn rechterhand iets [wilde] [laten] [verdwijnen], [richtte] hij de aandacht van het publiek op zijn linkerhand, zodat het [afgeleid] [was].

Slide 12 - Open vraag

Als ergens een metrostelsel of een tunnel [wordt] [gebouwd], [vind] je er vaak een beeld van Sint-Barbara, daar zij de beschermheilige [is] van gevaarlijke beroepen.

Slide 13 - Open vraag

Dinsdag 13 juni
Opdrachten 2 + 3
Bladzijde 151
Alleen en in stilte

Klaar? Werk verder aan ander huiswerk of lees verder in je leesboek.

Slide 14 - Tekstslide