Quiz 23M3
1 / 31
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is decubitus?
A
Smetplekken
B
Doorligplekken
C
Aandoening
Slide 3 - Quizvraag
Welke gradatie
decubitus
is dit?
decubitus
is dit?
A
Eerstegraads
B
Tweedegraads
C
Derdegraads
D
Vierdegraads
Slide 4 - Quizvraag
Wat is GEEN risicogebied voor decubitus?
A
Oren
B
Buik
C
Enkels
Slide 5 - Quizvraag
De armen behoren tot de kleine bloedsomloop
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Zet de juiste afkortingen bij de juiste vitale functies
Hartslag
Bloeddruk
Temperatuur
Saturatie
Ademhaling
AH
T
RR
P
Sat
Slide 7 - Sleepvraag
Wat is de ideaalwaarde van de bloeddruk bij volwassenen?
Slide 8 - Open vraag
Welke klacht hoort NIET bij menstruatie?
A
Dunne ontlasting
B
Weinig energie
C
Vermoeide benen
D
Jeukerige ogen
Slide 9 - Quizvraag
Wat kun je het beste aanbieden aan een zorgvrager die overmatig zweet?
A
Bouillon
B
Frisdrank
C
Water
D
Bier
Slide 10 - Quizvraag
Wat is GEEN bekende oorzaak van braken?
A
Hersenaandoening
B
Verstopping
C
Nervositeit
D
Voedselallergie
Slide 11 - Quizvraag
Wat is GEEN veel voorkomende afwijking aan urine?
A
Sterke geur
B
Bruinrode kleur
C
Zoete geur
D
Schuimende urine
Slide 12 - Quizvraag
Long
bloeding
Bronchitis
Ontsteking
hogere
luchtwegen
Longkanker
Helder
Rood
Groen met klontjes
Sporen van bloed
Slide 13 - Sleepvraag
Een vochtbalans bijhouden is een hulpmiddel bij het controleren of een zorgvrager niet uitdroogt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Noem 2 symptomen van uitdroging
Slide 15 - Open vraag
Uit welke lagen bestaat de huid?
Slide 16 - Open vraag
Wat is een gezond BMI?
Slide 17 - Open vraag
Herpes is een besmettelijk virus
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
De anamnese is bij ouderen het minst belangrijk bij het stellen van een diagnose
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Wat betekent uitscheiding?
Slide 20 - Open vraag
Wat zijn bij bedlegerige cliënten de twee plaatsen waar decubitus het meeste voorkomt.
A
Stuit en hielen
B
Stuit en schouders
C
Schouders en hielen
D
Oorlel en hielen
Slide 21 - Quizvraag
Wat meet je met de saturatie?
A
Hartslag in het bloed
B
Zuurstofgehalte in het bloed
C
Het aantal stappen wat je zet.
Slide 22 - Quizvraag
Uit hoeveel lagen bestaat de opperhuid?
Slide 23 - Open vraag
Iemand met diarree geef je:
A
ORS
B
Macrogol
C
ORS en macrogol
D
Geen van beiden
Slide 24 - Quizvraag
Bij smetplekken houd je de huid goed vochtig
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Wanneer is er sprake van koorts?
A
37.5 graden
B
37.8 graden
C
38 graden of hoger
Slide 26 - Quizvraag
Hoe noem je een hoge bloeddruk?
A
Hypotensie
B
Hypertensie
C
Hypatensie
D
Hippytensie
Slide 27 - Quizvraag
Hoeveel keer ademt een volwassen persoon per minuut?
Slide 28 - Open vraag
Sleep het juiste plaatje naar de juiste benaming
Eczeem
Krentenbaard
Acne
Slide 29 - Sleepvraag
Maak de zin af:
Bij psoriasis krijg je plekken met ......... en .... op de huid
Bij psoriasis krijg je plekken met ......... en .... op de huid
Slide 30 - Open vraag
Ik heb meer dan .... vragen goed beantwoord!
27
25
20
15
10
5
