rechten en plichten - kwalificatiefase
1 / 54
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welk nummer moet je bellen als je dringende hulp nodig hebt?
A
101
B
111
C
112
D
102
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de naam van de mensen die in de noodcentrale de telefoon opnemen?
A
dispatchers
B
receptionisten
C
politie
D
telefoniste
Slide 6 - Quizvraag
Om goed geholpen te kunnen worden zijn de 3W's belangrijk. Welke zijn dat?
A
Wie, Wat, Waarom
B
Wat, Wanneer, Waar
C
Waar, Wat, Wie
D
Waar, Wat, Waarom
Slide 7 - Quizvraag
Heb je in België een simkaart nodig om het noodnummer te kunen bellen?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
Je mag de 112 niet bellen als grap, maar wat doe je als het per ongeluk gebeurd.
A
zo snel mogelijk inhaken
B
wachten tot je iemand aan de lijn krijgt en je excuseren
C
een noodsituatie verzinnen
D
je telefoon snel weggooien
Slide 9 - Quizvraag
Welke info geef je aan de dispatcher?
Je mama is even bij de buren. Je bent met je zusje tv aan het kijken wanneer het alarm van de rookmelder plots afgaat. Ook zie je rook uit de keuken komen. Je belt met een gsm naar het noodnummer 112 voor hulp van de brandweer. Je gaat samen met je zusje naar buiten.
Je mama is even bij de buren. Je bent met je zusje tv aan het kijken wanneer het alarm van de rookmelder plots afgaat. Ook zie je rook uit de keuken komen. Je belt met een gsm naar het noodnummer 112 voor hulp van de brandweer. Je gaat samen met je zusje naar buiten.
Slide 10 - Open vraag
Je bent in je straat aan het rondfietsen. Plots zie je een man langs de kant van de weg liggen. Je
stopt en merkt dat de man niets zegt en niet meer beweegt. Je kijkt rond om te zien of er een
volwassene in de buurt is die je kan helpen, maar je ziet niemand. Je loopt terug naar je huis en
belt het noodnummer 112 om de hulp van een ambulance te vragen
Wat geef je door aan de noodcentrale?
stopt en merkt dat de man niets zegt en niet meer beweegt. Je kijkt rond om te zien of er een
volwassene in de buurt is die je kan helpen, maar je ziet niemand. Je loopt terug naar je huis en
belt het noodnummer 112 om de hulp van een ambulance te vragen
Wat geef je door aan de noodcentrale?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Welke zaken kun je allemaal aangeven via de site?
Slide 14 - Woordweb
Ik heb geen itsme, geen identiteitskaartlezer ,... hoe kan ik toch via de site aangifte doen?
A
Ik gebruik mijn google account
B
Ik kan via mijn rijksregisternummer aangifte doen
C
Ik gebruik mijn geboortedatum
D
Ik gebruik mijn nummerplaat van mijn auto
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Wat het rijsregisternummer van deze persoon.
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Waarvoor kun je een uitreksel van het strafregister moeten hebben?
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Welk bedrag moet je betalen?
A
93,84
B
140,07
C
66,84
D
niets, ik moet naar de rechtbank
Slide 22 - Quizvraag
Wat staat niet op de brief?
A
nummerplaat van de auto
B
datum van overtreding
C
pv nummer
D
brugelijke stand van auto eigenaar
Slide 23 - Quizvraag
Ik reed niet zelf met mijn auto. Wat nu?
A
Ik moet dit aangeven online via de knop betwisten
B
Ik moet de boete betalen, mijn auto is mijn boete
C
Ik moet bellen naar het politiekantoor
D
Ik vul het betwistingsformulier in en stuur het op
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Bij deze brief
A
moet ik boete betalen
B
moet ik naar de rechtbank
Slide 26 - Quizvraag
Ik moet naar de politierechtbank van
A
Brussel
B
Brugge
C
Gent
D
Vilvoorde
Slide 27 - Quizvraag
Ik moet daar zijn om
A
9u
B
8u
C
12u
D
17u
Slide 28 - Quizvraag
De feiten vonden plaats in
A
Vilvoorde
B
Brugge
C
Oostende
D
Kappele-op-den-bos
Slide 29 - Quizvraag
Voor welke overtreding moet ik voor de rechter verschijnen?
Slide 30 - Open vraag
Slide 31 - Tekstslide
Wat doet de eerstelijnswerking
A
Juridisch advies geven
B
samen met jou bellen
C
je brieven helpen opstellen
D
Je gekregen brief van justitie helpen begrijpen
Slide 32 - Quizvraag
De eerstelijnswerking is gratis
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quizvraag
De eerstelijsbijstand
A
geeft een eerste advies
B
controleert de advocaten
C
helpt je je dossier te onderzoeken
D
kan je terecht bij ingewikkelde rechtzaken
Slide 34 - Quizvraag
De juridische eerstelijnsbijstand is enkel gratis voor mensen met laag inkomen
A
waar
B
niet waar
Slide 35 - Quizvraag
Voor de eerstelijns juridische bijstand kun je niet terecht bij
A
justitiehuizen
B
ocmw
C
gerechtsgebouw
D
politie
Slide 36 - Quizvraag
De tweedelijnst juridische bijstand is hulp van een advocaat
A
waar
B
niet waar
Slide 37 - Quizvraag
De tweelijns juridische bijstand is gratis voor iedereen
A
waar
B
niet waar
Slide 38 - Quizvraag
Als minderjarige is juridische tweedelijsbijstand altijd gratis
A
waar
B
niet waar
Slide 39 - Quizvraag
Rechtsbijstand zorgt ervoor dat de procedurekosten volledig of gedeeltelijk kosteloos worden
A
waar
B
niet waar
Slide 40 - Quizvraag
rechtsbijstand is voor iedereen gratis
A
waar
B
niet waar
Slide 41 - Quizvraag
je kan een verzekering voor rechtsbijstand afsluiten
A
waar
B
niet waar
