examenidioom hoofdstuk 4t/m 6
1 / 35
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
un immeuble
A
een meubel
B
een flat
C
een eigenaar
D
een instelling
Slide 2 - Quizvraag
une banlieue
A
een plaats
B
een buitenwijk
C
een weide
D
een bouwterrein
Slide 3 - Quizvraag
jeter
A
opruimen
B
gooien
C
oversteken
D
huisvesten
Slide 4 - Quizvraag
ranger
A
schoonmaken
B
verplaatsen
C
veroorzaken
D
opruimen
Slide 5 - Quizvraag
nettoyer
A
schoonmaken
B
stromen
C
verwoesten
D
vernielen
Slide 6 - Quizvraag
Le citoyen
A
de slang
B
de vuilnisbak
C
de boer
D
de burger
Slide 7 - Quizvraag
une statue
A
een grafiek
B
een oogst
C
een standbeeld
D
een boer
Slide 8 - Quizvraag
le bruit
A
het lawaai
B
de wind
C
de boer
D
de vuilnisbak
Slide 9 - Quizvraag
causer
A
veroorzaken
B
oversteken
C
huisvesten
D
gooien
Slide 10 - Quizvraag
un casque
A
een standbeeld
B
een helm
C
een slang
D
een haan
Slide 11 - Quizvraag
municipal
A
hoofd
B
dierentuin
C
gemeente-
D
oogst
Slide 12 - Quizvraag
le vétérinaire
A
vegetarisch
B
de groente
C
de dierenarts
D
de dierentuin
Slide 13 - Quizvraag
un mouton
A
een slang
B
een varken
C
een waakhond
D
een schaap
Slide 14 - Quizvraag
La récolte
A
de oogst
B
de boer
C
de dierenarts
D
de burger
Slide 15 - Quizvraag
Une chèvre
A
een kip
B
een haan
C
een schaap
D
een geit
Slide 16 - Quizvraag
Un cochon
A
een slang
B
een kip
C
een varken
D
een geit
Slide 17 - Quizvraag
Le pré
A
de oogst
B
de weide
C
de boerderij
D
de burger
Slide 18 - Quizvraag
cosidérable
A
aanzienlijk
B
gewoon
C
saai
D
voornaamste
Slide 19 - Quizvraag
magnifique
A
gewoon
B
onwijs
C
aanzienlijk
D
prachtig
Slide 20 - Quizvraag
ordinaire
A
gewoon
B
ordinair
C
saai
D
echt
Slide 21 - Quizvraag
quelque chose
A
opmerkelijk
B
iets
C
iemand
D
genoeg
Slide 22 - Quizvraag
assez
A
iemand
B
genoeg
C
ongeveer
D
bijna
Slide 23 - Quizvraag
partout
A
overal
B
ongeveer
C
opmerkelijk
D
bijna
Slide 24 - Quizvraag
efficace
A
doeltreffend
B
voldoende
C
belangrijk
D
ongeveer
Slide 25 - Quizvraag
le paysage
A
het landschap
B
de heuvel
C
de steen
D
de omgeving
Slide 26 - Quizvraag
un arbre
A
een tak
B
het bos
C
een boom
D
een blaadje
Slide 27 - Quizvraag
une fueille
A
de woestijn
B
een rots
C
de woestijn
D
een blaadje
Slide 28 - Quizvraag
cueillir
A
plukken
B
vernielen
C
storen
D
stromen
Slide 29 - Quizvraag
le désert
A
het dessert
B
de rots
C
de woestijn
D
een gat
Slide 30 - Quizvraag
une éruption
A
een uitbarsting
B
het broeikaseffect
C
een natuurramp
D
een kerncentrale
Slide 31 - Quizvraag
le lac
A
de waterval
B
de zee
C
het meer
D
het eiland
Slide 32 - Quizvraag
une menace
A
een bedreiging
B
een waterval
C
een eiland
D
een natuurramp
Slide 33 - Quizvraag
la pollution
A
de klimaatverandering
B
de vervuiling
C
de bedreiging
D
de stilte
