In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Toegepaste Informatica
Herhaling semester 1
Slide 1 - Tekstslide
Van waar komt het woord 'DIGITAAL'?
A
Een afkorting van 'digitale identiteit'.
B
Van het woord 'cijfer' in het Engels.
C
Omdat het de taal van de computers is.
D
Van het Latijnse woord voor vinger.
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Binaire stelsel: een bit is de kleinste eenheid van informatie
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel bits zitten er in 1 byte?
A
1000
B
8
C
24
D
10
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Overal rond ons vinden we digitale systemen. Denk aan een computer of smartphone, maar ook aan een automatische roltrap, ... Welke digitale systemen ken je?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Computers bestaan uit heel wat onderdelen, zowel tastbaar als niet tastbaar. In welke 2 grote groepen kunnen we deze onderverdelen?
Slide 9 - Open vraag
Wat is de juiste definitie van hardware?
A
Alle tastbare onderdelen van een computer.
B
Alle niet tastbare onderdelen van een computer.
Slide 10 - Quizvraag
Is volgende afbeelding een voorbeeld van hardware of software?
A
Hardware
B
Software
Slide 11 - Quizvraag
Is volgende afbeelding een voorbeeld van hardware of software?
A
Hardware
B
Software
Slide 12 - Quizvraag
Is volgende afbeelding een voorbeeld van hardware of software?
A
Hardware
B
Software
Slide 13 - Quizvraag
Is volgende afbeelding een voorbeeld van hardware of software?
A
Hardware
B
Software
Slide 14 - Quizvraag
HARDWARE is het tastbare deel van een computer of apparaat: alle fysieke onderdelen die je kunt zien en aanraken
Slide 15 - Tekstslide
Hardware
Slide 16 - Tekstslide
Het is het tijdelijke, supersnelle geheugen dat je computer gebruikt voor alle taken die op dat moment actief zijn (verwerking). Welk geheugen is het?
Slide 17 - Woordweb
Wat is de belangrijkste functie van het ROM geheugen (Read Only Memory)?
Slide 18 - Woordweb
Hardware heeft een bepaalde functie.
Het kan dienen voor:
- invoer van gegevens
- verwerking en tijdelijke opslag
- uitvoer
Slide 19 - Tekstslide
Is volgende afbeelding een voorbeeld van hardware of software?
A
Invoer
B
Verwerking + tijdelijke opslag
C
Uitvoer
D
Invoer en uitvoer
Slide 20 - Quizvraag
Is volgende afbeelding een voorbeeld van hardware of software?
A
Invoer
B
Verwerking + tijdelijke opslag
C
Uitvoer
D
Invoer en uitvoer
Slide 21 - Quizvraag
Is volgende afbeelding een voorbeeld van hardware of software?
A
Invoer
B
Verwerking + tijdelijke opslag
C
Uitvoer
D
Invoer en uitvoer
Slide 22 - Quizvraag
Is volgende afbeelding een voorbeeld van hardware of software?
A
Invoer
B
Verwerking + tijdelijke opslag
C
Uitvoer
D
Invoer en uitvoer
Slide 23 - Quizvraag
Is volgende afbeelding een voorbeeld van hardware of software?
A
Invoer
B
Verwerking + tijdelijke opslag
C
Uitvoer
D
Invoer en uitvoer
Slide 24 - Quizvraag
Is volgende afbeelding een voorbeeld van hardware of software?
A
Invoer
B
Verwerking + tijdelijke opslag
C
Uitvoer
D
Invoer en uitvoer
Slide 25 - Quizvraag
SOFTWARE
Slide 26 - Tekstslide
We kunnen software onderverdelen in 2 groepen.
Besturingssoftware (OS) (Operating System)= zorgt voor een samenwerking tussen je hardware, software en de gebruiker.
Applicaties (apps) (Toepassingssoftware)= programma's of apps die je kan installeren om te gebruiken.
Slide 27 - Tekstslide
Welke Besturingssoftware (OS) ken je?
Slide 28 - Woordweb
Slide 29 - Tekstslide
Welke Applicaties (apps) gebruik je het meest?
Slide 30 - Woordweb
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Welke uitspraak over AI heb ik het meest gebruikt?
A
Laat je helpen door AI, maar laat je er niet door vervangen