Begeleiden, les 2

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BegeleidenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Terugblik op vorige week.
- Lezen; theorie. 
- Introductie machtsverschillen in de zorg
- Five days inside: machtsverschillen herkennen. 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik op vorige week.
- Welke communicatiestijl heb je? 
- Wat waren hier eigenschappen + valkuilen van? 
- In hoeverre herken jij jezelf hierin? 

Slide 3 - Tekstslide

Lezen; 
2.2 Macht, afhankelijkheid en gelijkwaardigheid. (blz. 45)


timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Machtsverschillen in de zorg.

Slide 5 - Tekstslide

Machtsverschillen

Slide 6 - Tekstslide

Ongelijkwaardige relatie in de zorg
Ongelijkheid in de zorg tussen zorgvrager en verzorgende heeft zes aspecten: 
Neem deze zes aspecten over in een word document.

1. Onomkeerbaarheid 
2. Vrijheid vs. gebondenheid 
3. Deskundigheid vs ondeskundigheid
4. Geslotenheid vs openheid 
5. Onafhankelijkheid vs. afhankelijkheid 
6. Macht vs. onmacht. 

Slide 7 - Tekstslide

1. Onomkeerbaarheid 
Je contact met de zorgvrager is functioneel, omdat je het contact aangaat vanuit je functie. 
                    Functionele relatie

Bijvoorbeeld: Jij verzorgt Mevrouw Janssen, maar Mevrouw Janssen zal jou nooit verzorgen! 

Slide 8 - Tekstslide

2. Vrijheid tegenover gebondenheid
Een zorgvrager is afhankelijk van de hulp die de zorgorganisatie biedt, jij bent dat niet.

Bijvoorbeeld: Jij trekt na je werk de deur achter je dicht, de zorgvrager blijft daar achter. 


Slide 9 - Tekstslide

3. Deskundigheid tegenover ondeskundigheid. 
Als verzorgende oefen je een beroep uit, als zorgvrager niet. 

De zorgvrager: 
- verwacht steun, begrip of een oplossing van de verzorgende 
- kan zich overgelaten voelen aan de deskundigen en is dus wantrouwend. 
- kan al zijn/haar vertrouwen gevestigd hebben op de zorg. 

Slide 10 - Tekstslide

4. Geslotenheid tegenover openheid
Zorgvragers uiten hun ervaringen en gevoelens terwijl de verzorgende dat niet of heel weinig doet. 


Bedenk je altijd goed dat: 
- openheid van de zorgvrager goed is! 
- vertrouwelijk omgaan met de informatie van of over de zorgvrager. 
- houdt jezelf op de achtergrond (openheid van een verzorgende is niet gewenst) 
- de zorgvrager zijn/haar behoeften staan altijd centraal

Slide 11 - Tekstslide

5. Onafhankelijkheid vs. afhankelijkheid 
De zorgvrager is afhankelijk van jou, jij bent niet afhankelijk van de zorgvrager. 



Het is lastig om afhankelijk van iemand te zijn. 
Het wordt soms ervaren als onmacht. 
Wanneer zorgvragers geïrriteerd of prikkelbaar zijn,
nors reageren of gauw boos worden dan kan dit komen 
door het gevoel van afhankelijkheid. 

Slide 12 - Tekstslide

6. Macht vs. onmacht 
In de relatie met zorgvragers heb jij als verzorgende de meeste macht. Deze macht heb je door
- Het gezag van de organisatie, waarvan jij deel uitmaakt 
- Jouw speciale deskundigheid waarvan de zorgvrager afhankelijk is. 
- De mogelijkheid om beloning en straf toe te passen. 

Macht kun je ook misbruiken: 
- Onbegrijpelijke vaktermen gebruiken om indruk te maken 
- Zorgvragers mijden die je niet mag. 
- De afhankelijkheid van de zorgvrager vergroten door over te nemen wat iemand eigenlijk zelf nog kan
- Onnodig zorgvragers laten wachten. 

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk: Maak de opdracht af.
- Wat heb je gezien in five days inside over een ongelijkwaardige relatie. 
1. Onomkeerbaarheid
2. Vrijheid vs. gebondenheid
3. Deskundigheid vs ondeskundigheid
4. Geslotenheid vs openheid
5. Onafhankelijkheid vs. afhankelijkheid
6. Macht vs. onmacht. 

- 2. Lees blz. 47/48: 'Een gelijkwaardige relatie opbouwen'
Maak voor jezelf een overzicht van wat jij moet doen om een gelijkwaardige relatie op te bouwen met de zorgvrager. 

Slide 14 - Tekstslide