Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
4.3 ongelijkheid in arme en rijke landen
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
4.3 ongelijkheid in arme en rijke landen
Slide 1 - Tekstslide
Hoe meet je welvaart?
A
Door het BNP, de VN-welzijnindex en de verdeling van de beroepsbevolking te meten
B
Door de levensverwachting, de koopkracht en de alfabetiseringsgraad te meten
C
Door het BNP
D
Door het BNP, de koopkracht en de beroepsbevolking te meten.
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn centrum landen
A
De meest onderontwikkelde landen
B
De meest ontwikkelde landen in Afrika
C
De meest ontwikkelde landen in de wereld
D
De meest ontwikkeld landen in de periferie.
Slide 3 - Quizvraag
Ongelijkheid
Grote verschillen in welvaart in een land noemen we sociale ongelijkheid.
10% van de bevolking van Brazilië verdient 45% van het BNP.
Slide 4 - Tekstslide
Sociale ongelijkheid
Grote verschillen in arm en rijk tussen groepen mensen.
Argentinië als voorbeeld:
Rijke mensen rijken in grote auto's
Arme mensen wonen in krottenwijken,
Arme mensen werken vaak in de informele sector
Slide 5 - Tekstslide
Basisvoorzieningen
Slide 6 - Tekstslide
Regionale ongelijkheid
Verschillen in welvaart en welzijn van gebieden binnen een land.
Slide 7 - Tekstslide
Land
Slide 8 - Tekstslide
Formele sector
Officiele deel van de economie
Opbrengsten komen wel terecht in officiele statistieken
Groot in rijke landen
Slide 9 - Tekstslide
Informele sector
Niet-officiele deel van de economie (
scharreleconomie
)
Opbrengsten komen niet terecht in de officiele statistieken
Groot in arme landen, klein in rijke landen
Slide 10 - Tekstslide
Noem minimaal 2 banen in de informele sector.
Slide 11 - Woordweb
Vier foto: welke sector?
Pak een pen of potlood
Je ziet vier foto's
Je krijgt 45 seconden
Schrijf op per foto of deze in de formele of informele sector is gemaakt.
Na de foto's krijg je een meerkeuze vraag en kies je het juiste antwoord.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het juiste antwoord?
A. 1 Informeel, 2 formeel, 3 informeel, 4 formeel
B. 1 formeel, 2 formeel, 3 informeel, 4 informeel
C. 1 formeel, 2 formeel, informeel, 4 formeel
Slide 14 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
5 dagen geleden
- Les met
16 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Mei 2022
- Les met
21 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Mei 2022
- Les met
22 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
§4.3 (In)formele economie
Mei 2021
- Les met
10 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Mei 2022
- Les met
30 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
April 2022
- Les met
30 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen
Mei 2022
- Les met
23 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
4.2+4.3 AK klas 1
Mei 2023
- Les met
21 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1