Parkinson medicatie

Parkinson medicatie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BspMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Parkinson medicatie

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de sypmtopen van Parkinson
A
Trillen, handen/benen
B
Stijfheid
C
Trage beweging
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 2 - Quizvraag

De ziekte van Parkinson is door het tekort aan dopamine voornamelijk een bewegingsstoornis
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel procent van de hersencellen die dopamine produceren, moet in elk geval zijn verdwenen voordat iemand symptomen van de ziekte van Parkinson krijgt?
A
30
B
40
C
50
D
60

Slide 4 - Quizvraag

Dopamine  
De symptomen van de ziekte van Parkinson worden pas merkbaar wanneer een groot deel (50-60 procent) van de hersencellen die dopamine produceren verdwenen is.

Slide 5 - Tekstslide

Welke symptomen (niet motorische) ervaren patiënten nog meer
A
depressie
B
slaapstoornissen
C
slecht zien
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quizvraag

niet motorische klachten 
• stemming: depressie, verwardheid, angst, lusteloosheid, psychose
gedrag: geheugenstoornissen, dementie, minder alert zijn, spraak- en communicatieproblemen
slaapstoornissen: overdag vaak in slaap vallen, ’s nachts veel wakker worden en daarna moeilijk inslapen, nachtelijke onrust (krampen, rusteloze benen, moeilijk draaien, angst)
lichamelijke klachten, orthostatische hypotensie (bloeddrukdaling bij opstaan waardoor duizeligheid optreedt), obstipatie, overmatig transpireren, slikproblemen, plasproblemen
erectiestoornissen, gestoorde of afwezige reukzin (70-90%) verslechterd zicht: minder contrast en diepte zien en bijvoorbeeld dubbelzien

Slide 7 - Tekstslide

Ontwikkeling van Parkinson in fases
1. afbraak van de hersencellen die dopamine aanmaken
2. een tekort aan dopamine
3. een teveel aan acetylcholine
4. symptomen

Slide 8 - Tekstslide

Welke van onderstaande medicijnen (medicijnengroepen) kunnen Parkinsonachtige symptomen veroorzaken?
A
antidepressiva
B
digoxine
C
antihypertensiva

Slide 9 - Quizvraag

Medicijnen met parkinsonachtige symptomen
Er zijn ook medicijnen die parkinsonachtige symptomen kunnen geven. Dit zijn onder andere: antipsychotica, lithium, levothyroxine, anti-emetica (metoclopramide, cinnarizine, meclozine), SSRI’s (met name de langwerkende zoals fluoxetine), venlafaxine, bupropion en valproïnezuur.

Slide 10 - Tekstslide

Medicijnen bij de ziekte van Parkinson
• levodopa met enzymremmers
• dopamine-agonisten
• COMT-remmers
• MAO-B-remmers
• amantadine
• parasympaticolytica

Slide 11 - Tekstslide

Levodopa in combinatie met een enzymremmer is het effectiefste en snelst werkzaam om de symptomen te onderdrukken.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Levodopa 
Levodopa is het meest effectieve medicijn om de symptomen van Parkinson te onderdrukken. Levodopa wordt in het lichaam omgezet in dopamine. Hiervan is zoals eerdergenoemd een tekort bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Levodopa kan echter de ziekte van Parkinson niet genezen of het ziekteproces vertragen. Levodopa werkt minder goed tegen problemen met spreken, evenwicht houden en de ‘startaarzeling’. Deze klachten treden pas later in het verloop van de ziekte op.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de functie van de enzymremmer als toevoeging aan levodopa?
A
om de omzetting van levodopa in dopamine in de hersenen te stimuleren
B
om de omzetting van levodopa buiten de hersenen te remmen

Slide 14 - Quizvraag

Enzymeremmers 
Om te voorkomen dat de levodopa al in de maag en het bloed wordt omgezet in dopamine in plaats van in de hersenen, wordt aan levodopa een zogenaamde enzymremmer (decarboxylaseremmer) toegevoegd. Deze komt niet in de hersenen terecht. Hierdoor kan levodopa lager worden gedoseerd, zal de werking sneller intreden en zullen er minder bijwerkingen buiten de hersenen optreden.
Er zijn twee enzymremmers:
• carbidopa
• benserazide
Zij zijn in combinatie met levodopa al jaren in gebruik; qua werking en bijwerkingen zijn ze ongeveer aan elkaar gelijk.

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn de veel voorkomende bijwerkingen van levodopa met enzymeremmers
A
misselijkheid, duizeligheid (bij snel opstaan) vermoeidheid en slaperigheid
B
haar uitval, huiduitslag

Slide 16 - Quizvraag

Bijwerkingen levodopa samen met enzymeremmer
Relatief vaak voorkomende bijwerkingen van levodopa met decarboxylaseremmers zijn bij aanvang van het gebruik vooral:
• misselijkheid
• duizeligheid (bij snel opstaan)
• vermoeidheid en (overmatige) slaperigheid en plotselinge slaapaanvallen
• waanvoorstellingen (hallucinaties) en verwarring, met name bij hoge dosering, bij ouderen en patiënten met psychische klachten
Gewenning treedt binnen enkele dagen tot weken op.
Minder vaak voorkomende bijwerkingen zijn stoornissen in de impulsbeheersing, als abnormaal gokgedrag, hyperseksualiteit, dwangmatig winkelen en dwangmatig eetgedrag.

Slide 17 - Tekstslide

Welke van onderstaande gnm behoren tot de groep dopamine agonisten
A
entacapon
B
Pramipexol
C
amantadine
D
rasagilinine

Slide 18 - Quizvraag

Dopamine agonisten 
Dopamine-agonisten zijn medicijnen die doen alsof ze dopamine zijn. Hierdoor is er in de hersenen een effect alsof er toch voldoende dopamine is. Dopamine-agonisten kunnen worden voorgeschreven als enige medicatie of in combinatie met andere medicijnen zoals levodopa.Over het algemeen zijn de dopamine-agonisten iets minder effectief dan levodopa voor motorische symptomen, maar er zijn ook voordelen aan de agonisten verbonden. Patiënten hebben bijvoorbeeld minder last van de schommelingen van de dopamine-agonisten in het bloed. Dopamine-agonisten zijn een mooie toevoeging aan het arsenaal van medicijnen dat de neuroloog tot zijn beschikking heeft om een goede behandeling voor samen te stellen. De agonisten bestaan in kortwerkende en langwerkende vorm. 
VB: Pramipexol, ropinirol, apomorfine, 

Slide 19 - Tekstslide

Een COMT-remmer zorgt ervoor dat een groter deel van de levodopa de hersenen bereikt. Zo versterkt en verlengt een COMT-remmer het effect van levodopa.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Welke geneesmiddelen behoren tot de groep COMT remmers
A
Entacapon, Tolcapon
B
Amantadine, biperideen

Slide 21 - Quizvraag

COMT-remmers 
Entacapon wordt gebruikt bij de ziekte van Parkinson wanneer in een verder gevorderd stadium de zogenaamde on/off-episodes optreden. Het wordt altijd toegepast in combinatie met levodopa/benserazide of levodopa/carbidopa. Hierdoor is een verlaging van de dosering van levodopa mogelijk.

Slide 22 - Tekstslide

Met welk van onderstaande supplementen heeft entacapon een interactie?
A
calcium
B
ijzer
C
vitamine D
D
vitamine C

Slide 23 - Quizvraag

 IJzer preparaten 
Met ijzer kan entacapon een complex vormen waardoor het niet wordt opgenomen. IJzer vermindert ook de opname van levodopa. Het advies is om minstens twee uur tussen de inname van het levodopapreparaat/entacapon en ijzer te laten zitten. Dit kan in de praktijk soms lastig zijn omdat levodopa minimaal driemaal daags wordt ingenomen.

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de werking van een MAO-B-remmer?
A
vermindert de bijwerkingen van levodopa
B
verlaagt de hoeveelheid acetylcholine in de hersenen
C
remt een enzym in de hersenen dat dopamine afbreekt

Slide 25 - Quizvraag

Werking MAO-B- remmer 
MAO-B-remmers zijn medicijnen die de natuurlijke afbraak van dopamine in de hersenen remmen. Hierdoor blijft de beschikbare dopamine langer in de hersenen en heeft het dus meer effect. Vaak worden deze middelen dan ook voorgeschreven om het effect van levodopa te versterken.

Slide 26 - Tekstslide

Welke gnm behoren tot MAO-B remmers?
A
selegeline, rasagiline, safinamide
B
ropinirol, pramipexol

Slide 27 - Quizvraag

Schrijf kort de kenmerken van elk groep gnm op: Levodopa, dopamine - agonisten, COMT remmers, MAO-B remmers

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video