Werkwoorden en werkwoordsvormen

Nederlands
Grammatica
Mevrouw De Jong
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Grammatica
Mevrouw De Jong

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les leren?

  • Werkwoorden herkennen

  • Verschillende werkwoordsvormen herkennen in een zin

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoorden

Slide 3 - Woordweb

Werkwoorden
Werkwoorden komen in elke zin voor. 
Werkwoorden maken duidelijk wat er gebeurt of wat iemand doet.

Voorbeeld
Bas eet een heerlijke pizza.

Slide 4 - Tekstslide

Onze poes vecht altijd met de rode kater van de buren.

Slide 5 - Open vraag

De politie geeft de fietser een boete.

Slide 6 - Open vraag

In de dierentuin verzorgt elke dierenverzorger zijn eigen dieren.

Slide 7 - Open vraag

Tijdens de vakantie ontmoette Daphne een leuke vriendin.

Slide 8 - Open vraag

Werkwoordsvormen
Persoonsvorm
Karin luistert naar haar favoriete muziek.
Hele werkwoord (infinitief)
Karin wil naar haar favoriete muziek luisteren.
Voltooid deelwoord
Karin heeft naar haar favoriete muziek geluisterd.

Slide 9 - Tekstslide

Persoonsvorm
Herkennen: tijd veranderen.

1 werkwoord in de zin = persoonsvorm

Slide 10 - Tekstslide

Heel werkwoord

Werkwoordsvorm die in het woordenboek staat.

Slide 11 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Begint meestal met ge-, be-, ver- of -ont.
Staat nooit alleen in een zin.
Is gekoppeld aan persoonsvorm van hebben, worden of zijn.

Slide 12 - Tekstslide