8 april Kwaad bloed 2_ Spelling 8.7, 8.8, 8.12

Welkom H4N
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom H4N

Slide 1 - Tekstslide

Programma deze week
1. Lezen Kwaad bloed en karakters (boek uit volgende week vrijdag en karakteroverzicht inleveren)
2. oefenen spelling Nw Ned: 8.7, 8.8 en 8.12
3. inzage recensie
Leerdoel: aan het eind van de les  Kwaad Bloed gelezen, een overzicht van de personages gemaakt en geoefend met spelling.






Slide 2 - Tekstslide

Spelling van samenstellingen
  • Wat is een samenstelling?
  • een samenstelling schrijf je aan elkaar

 



Slide 3 - Tekstslide

Aan elkaar => tussenletter 
  • bij sommige samenstellingen een -s: machtsvertoon dus ook: machtsstrijd (stationsplein dus ook stationschef)
  • Regel: 
  • je hoort een -s, dus je schrijft 'm
  • bij veel andere samenstellingen een -n of -en: vriendendienst en berenkuil
  • Regel: 
  • -en als eerste deel een zelfst. nw is met meervoud op -en 

Slide 4 - Tekstslide

Géén -en, maar een -e als eerste deel....
  1. géén mv heeft: roggebrood (want 'rogge')
  2. Er maar één van is (zon): zonnestraal
  3. Als eerste deel (ook) een mv op -es heeft: asperges, ziekten/-es: aspergesoep, ziektekiem
  4. Géén zelfst. nw is: blindedarm
  5. Als het eerste deel een versterking is van bijv.nw: boordevol.

Slide 5 - Tekstslide

DUS: de tussenletter -n schrijf je als:
Het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is en alléén een meervoud heeft op -EN.
3 uitzonderingen waarbij je toch ook -e schrijft:
1. Er is er maar één van (zonnestraal / koninginnedag)
2. Het woord is niet meer als samenstelling te herkennen (schattebout / spillebeen)
3. Eerste deel versterkt het tweede deel (apetrots / beresterk)

Slide 6 - Tekstslide

Aan elkaar of los

Slide 7 - Tekstslide

 Aan elkaar geschreven worden...
  1. samenstellingen: deurbel, lageloonland
  2. getallen tot duizend (in letters) en samenstellingen met honderd en duizend: dertienduizend; maar: tien miljoen
  3. combinaties van een voorzetsel en een bijwoord: "hij woont dichtbij", maar na vnw of zn wordt het: "hij woont dicht bij mij." 

Slide 8 - Tekstslide

 Aan elkaar geschreven worden...
  • combinaties van of twee voorzetsels: voorin, achterop, maar na een voornaamwoord of zn wordt het: "hij zit voor in de bus".
  • combinaties van bijwoorden die bestaan uit er, hier, daar, waar + vz: hierdoor, waarmee. Let op bij voorzetsels die bij het werkwoord horen: dat hangt ervan af (af hoort bij 'hangen': afhangen van)

Slide 9 - Tekstslide

Sommige of sommigen

Slide 10 - Tekstslide

Sommige, vele, enkele, beide
 Met een -e
  • als ze bijvoeglijk gebruikt worden: sommige mensen, vele klassen
  • als ze verwijzen naar zaken of dieren: vogels fluiten en de meeste doen dat vaak. 

Slide 11 - Tekstslide

Sommigen, velen, enkelen, beiden
 Met een -en
  • als ze zelfstandig gebruikt worden én verwijzen naar mensen: sommigen vinden het weer fijn. 
  • let op:  als het woord verwijst naar eerder genoemde personen in dezelfde zin, schrijf je -e: De klanten zijn boos en enkele (klanten) dienen zelfs een klacht in.

Slide 12 - Tekstslide

Vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
  1. Karaktereigenschappen van Caspar, Leo, Thea en overvaller beschrijven (A3-formulier)
  2. Opdrachten Nw Nederlands 8.7, 8.8 en 8.12 maken: zie planning (spelling)
  3. Lezen in Kwaad Bloed
  4. Je kunt je recensie inzien aan mijn bureau

Slide 14 - Tekstslide