Herhaalles - Werk BB

Herhaal les - Thema werk (BB)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaal les - Thema werk (BB)

Slide 1 - Tekstslide

Door een chronische ziekte is Berna al drie jaar ziek. Op welke uitkering heeft Berna recht?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
Bijstand

Slide 2 - Quizvraag

Structurele werkloosheid is altijd tijdelijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Het brutoloon wordt op je rekening gestort.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een uitkering?
A
Geld dat je verdient met werken
B
Geld dat je spaart
C
Geld dat je krijgt als je op vakantie gaat
D
Geld dat je krijgt als je geen werk hebt

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent werkloosheid?
A
Een baan hebben en genieten van vrije tijd
B
Tijdelijk stoppen met werken
C
Geen baan hebben en op zoek zijn naar werk
D
Een baan hebben en veel overuren maken

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen werk en een uitkering?
A
Werk is verplicht, een uitkering is vrijwillig
B
Werk is voor iedereen, een uitkering is alleen voor ouderen
C
Bij werk verdien je geld door te werken, bij een uitkering krijg je geld zonder te werken
D
Werk is tijdelijk, een uitkering is permanent

Slide 7 - Quizvraag

Wat is conjuncturele werkloosheid?
A
Werkloosheid als gevolg van technologische vooruitgang.
B
Werkloosheid als gevolg van structurele veranderingen.
C
Werkloosheid als gevolg van seizoensgebonden werk.
D
Werkloosheid als gevolg van schommelingen in de economie.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is structurele werkloosheid?
A
Werkloosheid als gevolg van technologische vooruitgang.
B
Werkloosheid als gevolg van schommelingen in de economie.
C
Werkloosheid als gevolg van langdurige veranderingen in de economie.
D
Werkloosheid als gevolg van seizoensgebonden werk.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een vakbond?
A
Een organisatie die opkomt voor de belangen van werkgevers.
B
Een organisatie die vacatures aanbiedt.
C
Een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers.
D
Een organisatie die opleidingen verzorgt.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een werkgeversorganisatie?
A
Een organisatie die opkomt voor de belangen van werkgevers.
B
Een organisatie die vacatures aanbiedt.
C
Een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers.
D
Een organisatie die opleidingen verzorgt.

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'vacature'?
A
Een sollicitatiegesprek.
B
Een tijdelijk contract.
C
Een openstaande baan of functie.
D
Een werknemer met veel ervaring.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de rol van een vakbond?
A
Het bemiddelen bij arbeidsconflicten.
B
Het behartigen van de belangen van werknemers.
C
Het aanbieden van opleidingen.
D
Het behartigen van de belangen van werkgevers.

Slide 13 - Quizvraag

Wat doet een werkgeversorganisatie?
A
Het bemiddelen bij arbeidsconflicten.
B
Het aanbieden van opleidingen.
C
Het behartigen van de belangen van werknemers.
D
Het behartigen van de belangen van werkgevers.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de primaire sector?
A
De primaire sector omvat de landbouw en mijnbouw.
B
De primaire sector omvat de detailhandel en groothandel.
C
De primaire sector omvat de bouw en constructie.
D
De primaire sector omvat de dienstensector en de horeca.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de secundaire sector?
A
De secundaire sector omvat de transportsector en logistiek.
B
De secundaire sector omvat de onderwijssector en scholen.
C
De secundaire sector omvat de industrie en productie.
D
De secundaire sector omvat de financiële sector en banken.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de tertiaire sector?
A
De tertiaire sector omvat de dienstensector.
B
De tertiaire sector omvat de zorgsector en gezondheidszorg.
C
De tertiaire sector omvat de bouwsector en architectuur.
D
De tertiaire sector omvat de landbouwsector en veeteelt.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de quartaire sector?
A
De quartaire sector omvat de energiesector en duurzame energie.
B
De quartaire sector omvat de toerismesector en recreatie.
C
De quartaire sector omvat de communicatiesector en media.
D
De quartaire sector omvat de informatiesector en kenniswerkers.

Slide 18 - Quizvraag

Welk van de volgende is een voorbeeld van de primaire sector?
A
Een ziekenhuis dat medische zorg verleent.
B
Een fabriek die auto's produceert.
C
Een bank die financiële diensten aanbiedt.
D
Een boerderij die gewassen verbouwt.

Slide 19 - Quizvraag