politiek oefenen 3

politiek t/m blz. 10
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

politiek t/m blz. 10

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een verzorgingsstaat?

A
Een land waar genoeg ziekenhuizen beschikbaar zijn voor de burgers.
B
Een land waar genoeg ziekenhuizen beschikbaar zijn voor de burgers.
C
Het overzicht van de kosten van alle uitkeringen voor werkenden en niet-werkenden
D
De overheid is verantwoordelijk voor een minimumniveau van bestaanszekerheid van alle burgers

Slide 2 - Quizvraag

Het kabinet dient het algemeen belang. Wat is algemeen belang?
A
Iets waar volksvertegenwoordigers hun voordeel uit halen.
B
Iets waar een (groot) deel van de samenleving hun voordeel uit haalt.
C
Het belang van een Tweede kamerlid

Slide 3 - Quizvraag

Welke volksvertegenwoordiging hoort bij welke bestuurslaag?
Het land
De provincie
De gemeente
De gemeenteraad
De provinciale staten
De Tweede Kamer

Slide 4 - Sleepvraag

Wie zijn het dagelijks bestuur van Nederland
A
Kabinet
B
Ministers
C
Troonrede
D
Staatssecretaris

Slide 5 - Quizvraag

Het dagelijks bestuur van de provincie is....
A
Provinciale Staten
B
Gedeputeerde Staten

Slide 6 - Quizvraag

Wie is geen volksvertegenwoordiger?
A
Een Kamerlid
B
De minister-president

Slide 7 - Quizvraag

Volksvertegenwoordigers in de provincie?
A
Gewestelijke Staten
B
Staten-Generaal
C
Provinciale Staten
D
Gemeenteraad

Slide 8 - Quizvraag

Wie zijn de volksvertegenwoordigers in de gemeente?
A
Wethouders
B
Burgermeester
C
Gemeenteraad
D
Tweede Kamer

Slide 9 - Quizvraag

wat is een kabinet?
A
eerste en tweede kamer
B
ministers en staatsecretarissen
C
koning en ministers
D
de staten generaal

Slide 10 - Quizvraag

Actief kiesrecht is
A
recht om te stemmen
B
recht om je verkiesbaar te stellen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is algemeen kiesrecht?
A
Kiesrecht voor rijkeren.
B
Kiesrecht voor mannen.
C
Kiesrecht voor mannen en vrouwen
D
Kiesrecht voor kinderen.

Slide 12 - Quizvraag

De Tweede kamer?
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden

Slide 13 - Quizvraag

De Eerste Kamer?
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden

Slide 14 - Quizvraag

Wie of wat is het parlement?
A
Koning en ministers
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Tweede Kamer en ministers
D
Eerste en Tweede Kamer

Slide 15 - Quizvraag

Wie is de baas in de gemeente?
Wie is de baas in de gemeente?
A
Gemeenteraad
B
Burgermeester
C
Minister-president (Mark Rutte)
D
Wethouder

Slide 16 - Quizvraag

De provincie gaat onder andere over ...
A
De hoogte van het minimumloon
B
De sluitingstijden van cafés
C
De maximumsnelheid op de weg
D
Busverbindingen, fietspaden en provinciale wegen

Slide 17 - Quizvraag

Voor de provincie kiezen we
A
Provinciale Staten
B
Commissaris van de Koning
C
Gedeputeerde staten
D
Zowel provinciale staten als de gedeputeerde staten

Slide 18 - Quizvraag

Wie stemmen er in de provincie over de wetten?
A
Provinciale Staten
B
Gedeputeerde Staten
C
Commissaris van de Koning

Slide 19 - Quizvraag

Wie is de voorzitter van de provincie?
A
Provinciale Staten
B
Gedeputeerde Staten
C
de Commissaris van de Koning

Slide 20 - Quizvraag

Parlement
Controleert
Volk
Gemeenteraad
Provinciale Staten
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Kabinet

Slide 21 - Sleepvraag