Introductie economie + H-1 paragraaf 1

Introductie economie
H-1 paragraaf 1

Havo 3
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Introductie economie
H-1 paragraaf 1

Havo 3

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij economie!

Slide 2 - Tekstslide

Economie
 οἶκος    = oikos = huis
νόμος   = nomos = regel 

Economie is een wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse goederen en diensten.

Slide 3 - Tekstslide

Oorzaak en Gevolg
Economie gaat heel erg over oorzaak en gevolg.

Bijv. inflatie
Als de prijzen stijgen zullen consumenten (mensen) minder te besteden hebben. 
Wat zullen bijv. de bedrijven doen die producten maken of de overheid?

Slide 4 - Tekstslide

1.1 voor niks gaat de zon op

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt de economische begrippen schaars goed, vrij goed, middelen, behoeften, zelfvoorziening, consument en consumptiegoed herkennen in praktijksituaties en toelichten.
- Je kunt de vier productiefactoren onderscheiden.
- Je kunt het verschil uitleggen tussen een consumptiegoed en een kapitaalgoed.

Slide 6 - Tekstslide

Productiefactoren
  • Middelen die je nodig hebt om te kunnen produceren
  • Kapitaal (gereedschap/machines)
  • Arbeid (iets timmeren)
  • Natuur (grond/water/hout)
  • Ondernemerschap (de ondernemer die actie onderneemt/de productiefactoren met elkaar combineert)

Slide 7 - Tekstslide

Schaarse en vrije goederen
- Mensen hebben behoeften aan zowel vrije goederen als schaarse goederen.
- Bij schaarse goederen zijn productiefactoren nodig om het te produceren.
- Een vrij goed is niet afhankelijk van productiefactoren, het komt of het komt niet. Frisse lucht, Zonlicht, en Regenwater.
- Wanneer er behoefte is aan een schaars goed, zijn er middelen voor nodig. Bijvoorbeeld: het kopen van een scooter; daar zijn middelen voor nodig (geld).

Slide 8 - Tekstslide

Schaarste is niet hetzelfde als zeldzaam!
Schaarste
Middelen zijn beperkt aanwezig en alternatief aanwendbaar.

Alternatief aanwendbaar: De productiemiddelen kunnen we voor elke behoefte inzetten; de productiemiddelen zijn alternatief aanwendbaar. Grond kan je bijvoorbeeld gebruiken om gewassen te verbouwen maar ook om huizen of bedrijven neer te zetten.

Zeldzaam
Er is ergens weinig van.

Slide 9 - Tekstslide

Vrij goed
Iets waar geen productiefactoren voor nodig zijn. 

- Frisse lucht
- Zonlicht
- Regenwater

Slide 10 - Tekstslide

Schaarste
  • Middelen zijn beperkt aanwezig
  • Verwar het niet met 'zeldzaam'.
  • Dwingt tot het maken van keuzes

Slide 11 - Tekstslide

De behoeften van mensen
- Iedereen heeft zijn eigen behoeften, sommige behoeften komen overeen bij iedereen..sommige niet
- Het vak economie bestudeert hoe mensen hun behoeften proberen te bevredigen door middel van schaarse goederen
- om te kunnen voorzien in die behoeften, zijn er middelen nodig

Slide 12 - Tekstslide

Consumeren
  • Goederen en diensten kopen.
  • Consumptiegoederen
  • Consumptiegoed vs kapitaalgoed

Slide 13 - Tekstslide

Zelfvoorzienend

Slide 14 - Tekstslide