... je kunt berekeningen maken met enkelvoudige rente
... je kunt rekenen met procenten
... je kunt de mediaan van een reeks getallen bepalen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Sparen en lenen
Lesdoelen:
... je weet wat rente is en waarom er rente is
... je weet waarom mensen sparen
...je kunt het rentepercentage bepalen
... je kunt berekeningen maken met enkelvoudige rente
... je kunt rekenen met procenten
... je kunt de mediaan van een reeks getallen bepalen
Slide 1 - Tekstslide
Redenen om te sparen:
Je spaart voor een doel
Je spaart uit voorzorg
Je spaart voor onverwachte uitgaven
Je spaart voor de rente
Slide 2 - Tekstslide
3 redenen waarom je rente krijgt (hoort te krijgen)
Vergoeding voor ongemak: je kunt je geld nog niet uitgeven
Vergoeding voor ter beschikking stellen aan derden: de bank leent je spaargeld uit tegen een hogere rente dan jij ontvangt en kan dus dankzij jouw spaargeld winst maken
Compensatie voor inflatie: Inflatie wil zeggen dat de prijzen stijgen. Als de prijzen stijgen kun je met hetzelfde bedrag minder kopen. Met je spaargeld zou je dus zonder rente minder kunnen kopen. Als de rente net zoveel is als de inflatie blijft de koopkracht van je spaargeld gelijk.
Slide 3 - Tekstslide
spaarrente en leenrente
Als je spaart krijg je rente van de bank.
Als je leent betaal je rente aan de bank.
De rente is altijd de rente per jaar, tenzij anders aangegeven.
Hoe maakt de bank winst?
Slide 4 - Tekstslide
Winst voor de bank
De bank geeft een spaarder bijvoorbeeld 1% rente.
De bank krijgt van een lener bijvoorbeeld 4% rente.
Het verschil tussen de leenrente en de spaarrente is de winst voor de bank!
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Welke formules ken je van vorige week?
Slide 10 - Tekstslide
Wat en waarom?
korte uitleg/herhaling
socrative test
zelf nakijken
zelfstandig werken aan het huiswerk (t/m 20)
Aan het eind kun je meerdere opgaven maken met procenten.
Slide 11 - Tekstslide
artikel
Slide 12 - Tekstslide
Kim heeft een jaar lang € 160 op een spaarrekening staan. Aan het einde van het jaar ontvangt ze € 1,20 rente. Bereken het rentepercentage op de spaarrekening
timer
1:30
Slide 13 - Open vraag
Deel van het geheel
dus € 1,20 x 100% = 0,75%
het deel x 100 %
geheel
€ 160
Slide 14 - Tekstslide
Thomas heeft een jaar lang hetzelfde bedrag op een spaarrekening staan tegen een rente van 2%. Aan het einde van het jaar ontvangt hij € 25 rente. Bereken welk bedrag Thomas op zijn rekening had staan.
timer
2:00
Slide 15 - Open vraag
van deel naar geheel
procenten
2
1
100
euro's
€ 25
: 2
x 100
Slide 16 - Tekstslide
van deel naar geheel
procenten
2
1
100
euro's
€ 25
€ 12,50
€ 1.300
: 2
x 100
of gelijk: € 25,00/2 x 100 = 1.250
Slide 17 - Tekstslide
Larissa heeft op 1 januari van het jaar € 287,00 op haar rekening staan. Op 31 december is dit € 236,00. Bereken met hoeveel procent haar saldo is gedaald.
timer
2:00
Slide 18 - Open vraag
Procentuele veranderingen
nieuw - oud
oud
x 100% dus
€ 236 - € 287
€ 287
x 100% = - 17,8%
nieuw - oud = de verandering
Controleer jezelf: is je antwoord logisch?
Slide 19 - Tekstslide
Een bank betaalt zijn spaarders op 31 december 2 % rente per jaar. Jij hebt 600 euro op de bank staan sinds 1 januari. Hoeveel rente krijg je?
Slide 20 - Open vraag
Een bank betaalt zijn spaarders op 31 december 2 % rente per jaar. Jij hebt 600 euro op de bank staan sinds 1 juli. Hoeveel rente krijg je?
Slide 21 - Open vraag
Een bank betaalt zijn spaarders op 31 december 2 % rente per jaar. Jij hebt 600 euro op de bank staan sinds 1 december. Hoeveel rente krijg je?
Slide 22 - Open vraag
Een bank betaalt zijn spaarders op 31 december 2% rente per jaar. 1/1 je stort 200 euro 1/6 je haalt er 100 af Hoeveel rente krijg je op 31/12?
Slide 23 - Open vraag
Een bank betaalt zijn spaarders op 31 december 2% rente per jaar. 1/1 je stort 200 euro. De rente is 2 %. 1/6 je haalt er 100 af. De rente is nog steeds 2%. 1/9 de rente daalt naar 1%. Hoeveel rente krijg je op 31/12?
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Ga naar socrative.com en log in met roomname h3sph. Je gaat werken onder je eigen naam
Wat? Vragen beantwoorden. Alleen getallen typen, geen tekens, geen berekeningen. Eerst uitwerken op papier en mbv je rekenmachine.
Hoe? Banken uit elkaar. Geen hulpmiddelen verder.
Hulp? Nee :( Sorry
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: nabespreken
Slide 26 - Tekstslide
Klaar?
(In learnbeat) werken aan H8 (herhalen) of H3 (huiswerk) of begrippen.
Slide 27 - Tekstslide
Iedereen klaar met de socrative?
2 groepen n.a.v. resultaten socrative
De groep die extra uitleg nodig heeft, gaat met mij verder werken. De andere groep krijgt de nieuwe instructie van meneer Feddahi op youtube. Zoek op "Kopen en werken H3 Feddahi". Begin bij 3.55 min. Daarna aan het huiswerk beginnen of verder met het huiswerk. Klaar met 20? Learnbeat!
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Yusuf zet 1200 euro op zijn rekening en hoopt over drie jaar genoeg te hebben voor een leuke scooter.
Bereken wat hij na 3 jaar sparen op zijn rekening heeft staan inclusief rente als hij 3 jaar lang 4% krijgt die hij op zijn rekening laat staan.
Slide 32 - Tekstslide
Yusuf vindt het nogal tegenvallen en besluit 1200 euro op zijn rekening te zetten en na 1 jaar 300 euro bij te storten.
Bereken wat hij na 3 jaar sparen op zijn rekening heeft staan inclusief rente als hij 3 jaar lang 4% krijgt (die hij op zijn rekening laat staan.)
Slide 33 - Tekstslide
Wat en waarom?
korte uitleg/herhaling
socrative test
zelf nakijken
zelfstandig werken aan het huiswerk (t/m 20)
Aan het eind kun je meerdere opgaven maken met procenten.
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Sparen en lenen
Lesdoelen:
... je weet wat rente is en waarom er rente is
... je weet waarom mensen sparen
... je kunt het rentepercentage bepalen
... je kunt berekeningen maken met enkelvoudige rente
... je kunt rekenen met procenten
... je kunt de mediaan van een reeks getallen bepalen