oefenen voor de toets

oefenen voor de toets
745131
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

oefenen voor de toets
745131

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarnemen doe je met al je zintuigen. Wat zijn de 5 zintuigen?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen
  • In zintuigen liggen zintuigcellen
  • Deze zintuigcellen vangen prikkels op
  • De zintuigcellen reageren hierop door impulsen te maken
  • De zintuigcellen zijn aangesloten op zenuwen
  • De zenuwen zijn aangesloten op de hersenen
  • De impuls gaat vanuit de zintuigcel via de zenuwen naar de hersenen.
  • De hersenen verwerken de impuls: je neemt waar

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigcellen
Prikkels worden in het zintuig opgevangen door zintuigcellen

Een zintuigcel zet de prikkel om in een impuls

De adequate prikkel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen
In de zintuigen liggen zintuigcellen.

Als deze prikkels opvangen, ontstaan er impulsen. -> Elektrische signalen ('seintjes'). 

De zintuigcellen zijn aangesloten op de zenuwen. -> Leiden de impulsen naar de hersenen. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de zintuigen?
A
organen in je lijf waarmee je kunt waarnemen
B
organen in je lijf waardoor je kunt leven
C
organen in je lijf waarmee je kunt overleven
D
organen in je lijf die je sneller en beter maken

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zintuig?
A
Een verandering in de omgeving
B
Elektrische signalen die door zenuwen naar de hersenen worden geleid
C
Een orgaan dat reageert op prikkels

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vangen de zintuigcellen in je zintuigen op?
A
Impulsen
B
Zenuwen
C
Prikkels
D
Licht

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de prikkel naar de zintuig die reageert op die prikkel.
Pijnzintuig
druk zintuig
warmte zintuig
koude zintuig
tast zintuig

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Impuls
Hersenen
Zintuig
Prikkel

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke prikkel hoort bij welk zintuig?
Prikkel: 
Licht
Prikkel: 
Geur
Prikkel: 
Smaak
Prikkel: 
Geluid
Prikkel: 
Temperatuur, Pijn

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel
Bestaat uit:
1. Centrale zenuwstelsel
2. Zenuwen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen in je huid
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat warmer is dan je huid.

Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt dat kouder is dan je huid.

Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.

Tastzintuigen reageren op een lichte aanraking van je huid.

Slide 13 - Tekstslide

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.
3 huidlagen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet dit onderdeel in je huid in de rode cirkel
A
tastzintuig
B
haarzakje
C
talgklier
D
haarvat

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen onderdeel van de huid?
A
Kiemlaag
B
Lederhuid
C
Huidvlies
D
Hoornlaag

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De huid heeft 3 taken. Wat is GEEN taak van de huid?
A
beschermen tegen giftige gassen uit de lucht
B
beschermen tegen vuil en ziekteverwekkers
C
lichaam op temperatuur houden
D
beschermen tegen de zon

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. De huid is een onderdeel van het afweersysteem.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De huid:

De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk onderdeel van de huid maakt een stof die huid en haren soepel houdt?
A
kiemlaag
B
zweetklier
C
huidcellen
D
talgklier

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het oor.
Onderdelen van het oor:
- oorschelp             - gehoorgang          - trommelvlies
- gehoorbeentjes  - slakkenhuis           - evenwichts-    
                                                                          orgaan

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het oor
Buiten oor: 
oorschelp-gehoorgang-oorsmeerkliertjes
Midden oor:
trommelvlies-gehoorbeentjes-trommelholte
Binnen oor:
slakkenhuis - gehoorzenuw

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het oor bestaat uit de volgende onderdelen:
A
Buitenoor en binnenoor
B
Uitwendig oor, midden- en binnenoor
C
Middenoor en buitenoor

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderdeel hoort niet bij je uitwendige oor?
A
De oorschelp
B
Het slakkenhuis
C
De gehoorgang

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het oor worden trillingen uit de lucht versterkt. In welk onderdeel van het oor gebeurt dit?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
De gehoorbeentjes
D
Het trommelvlies

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er komen geluidstrillingen in je oor.
In welke volgorde gaan de trillingen door de onderdelen van je oor?
A
trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis
B
trommelvlies - slakkenhuis - gehoorbeentjes
C
gehoorbeentjes - trommelvlies - slakkenhuis
D
slakkenhuis - trommelvlies - gehoorbeentjes

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk onderdeel van het oor bevinden zich de gehoorzintuigen?
A
Trommelvlies
B
Gehoorgang
C
Slakkenhuis

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De tong
Tot slot nog wat informatie over de tong.
Dit zijn de plekken op je tong waar je verschillend proeft.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je tong is geen orgaan.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kan 5 smaken proeven met je tong, wat proef je niet met je tong?
A
Vanille
B
Bitter
C
Umami
D
Zuur

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies