Kennis 8.3 activeren

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Internationale concurrentiepositie
De internationale concurrentiepositie geeft aan in hoeverre een land in staat is om beter en/of goedkoper te produceren dan andere landen.

Slide 2 - Tekstslide

VRIJHANDEL

(globalisering)


Gevolg: internationale arbeidsverdeling

= productie vindt plaats in

het land waar dit het goedkoopste / beste kan.

PROTECTIONISME

(handelsbelemmeringen)

  1. invoerrechten
  2. contingentering
  3. exportsubsidie
  4. Invoerverbod

Doel: eigen bedrijfsleven beschermen t.o.v. concurrentie buitenland.





Slide 3 - Tekstslide

Internationale arbeidsverdeling
- Verdeling van productie van producten wereldwijd

- Hangt af van kennis van productie en kosten

Slide 4 - Tekstslide

Door vrijhandel....
Door vrijhandel ontstaat er een betere internationale arbeidsverdeling. Dit betekent dat een product geproduceerd en geëxporteerd wordt door het land dat dit het beste en goedkoopste kan.

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent hoge lonen voor de export?

1. Door hogere lonen -> 2. zijn er hogere bedrijfskosten -> 3. zijn er hogere verkoopprijzen -> 4. is een verslechtering internationale concurrentiepositie -> 5. betekent dat er minder export van Nederlandse bedrijven.

Slide 6 - Tekstslide

WTO (World Trade Organisation)

  • Wereld Handelsorganisatie
  • Helpen landen bij het maken van onderlinge afspraken over het afschaffen van protectiemaatregelen

Slide 7 - Tekstslide

Vrijhandelszones
= groepen landen die geen onderlinge protectiemaatregelen hebben.

WTO = World Trade Organization = Wereld Handels Organisatie). Zij hebben de leiding over het afschaffen van protectiemaatregelen. Voorwaarde daarbij is dat de concurrentie tussen die landen eerlijk moet verlopen. Dus denk aan fatsoenlijke arbeidsomstandigheden, geen kinderarbeid en dezelfde milieuregels.

Slide 8 - Tekstslide

Welke van de 4 is een exportbevorderende maatregel:
A
Importheffingen
B
Douanerechten
C
Importquota
D
Exportsubidie

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noemen we als de Europese Unie een maximum stelt aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd.
A
Invoerrechten
B
Exportsubsidie
C
Contingentering
D
Invoerverbod

Slide 10 - Quizvraag

Wat is internationale arbeidsverdeling,
A
Producten worden zo dichtbij mogelijk gemaakt
B
Producten worden gemaakt waar ze dit het beste kunnen
C
Producten worden gemaakt waar ze dit het goedkoopste kunnen
D
Dit komt door nieuwe technologieën.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is geen vorm van internationale handel?
A
Nederland verkoopt aan China
B
Duitsland koopt van Nederland
C
Brussel koopt van Londen
D
Amsterdam verkoopt aan Eindhoven

Slide 12 - Quizvraag

Protectiemaatregelen door het westen is....voor ontwikkelingslanden
A
Voordelig
B
Nadelig

Slide 13 - Quizvraag

Welke van de 4 is een exportbevorderende maatregel:
A
Importheffingen
B
Douanerechten
C
Importquota
D
Exportsubidie

Slide 14 - Quizvraag

Wel of geen invoerrechten
betaal je invoerrechten als je kleding bij een bedrijf in Italië koopt?
A
Je betaalt wel invoerrechten
B
Je betaalt geen invoerrechten

Slide 15 - Quizvraag

Wat is internationale arbeidsverdeling,
A
Producten worden zo dichtbij mogelijk gemaakt
B
Producten worden gemaakt waar ze dit het beste kunnen
C
Producten worden gemaakt waar ze dit het goedkoopste kunnen
D
Dit komt door nieuwe technologieën.

Slide 16 - Quizvraag