Mercredi 16 mai

Bienvenue au cours de français




Je pakt je boeken + laptop. 
Login in de LessonUp in de klas met de code, thuis via de klassengroep.......
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bienvenue au cours de français




Je pakt je boeken + laptop. 
Login in de LessonUp in de klas met de code, thuis via de klassengroep.......

Slide 1 - Tekstslide

l'objectif d'apprentissage
we gaan aan de slag met lezen en luisteren

Slide 2 - Tekstslide

Unité 4
Kijk de gemaakt opdrachten van un 4 na, antwoordblad is op elo.

Luisteren option écouter

option écouter 1
Option écouter 2

Slide 3 - Tekstslide

De vergrotende trap 

Slide 4 - Tekstslide

Vergrotende trap
  • Zet plus voor het bijvoeglijk naamwoord.
  • Obélix  est plus grand

  • Pas het bijvoeglijk naamwoord wel aan wanneer dit moet!
  •  La fille est plus grande

Slide 5 - Tekstslide

Vergrotende trap
  • De vegrotende trap van goed, lekker is onregelmatig:
  • bon (=goed, lekker), meilleur =(beter, lekkerder)

  • Le  dessert est meilleur.
  •  Léa est meilleure

Slide 6 - Tekstslide

Vergrotende trap
  • In vergelijkingen gebruik je plus...que.
  • que betekent dan of als. 

  •  Le lion est plus grand que le chat.
  •  Léa est meilleure que Luc.
  •  Le film est plus intéressant que le livre. 

Slide 7 - Tekstslide

Vergrotende trap
  • Jules (v.) est aussi gentille que Léa.
  • Jules is net zo (even) aardig als Léa.

  • Jules (v.) est moins gentille que Léa.
  • Jules is minder aardig dan Léa.

Slide 8 - Tekstslide

Maak de vergrotende trap.
Cette fille est ___ (kleiner). petit

Slide 9 - Open vraag

Maak de vergrotende trap.
Ce jean est ___ (moderner). modern

Slide 10 - Open vraag

Maak de vergrotende trap.
Cette maison est ___ (minder wit). blanc

Slide 11 - Open vraag

Maak de vergrotende trap.
Le chocolat est ___ (beter dan) le gâteau. meilleur

Slide 12 - Open vraag

Maak de vergrotende trap.
L'espagnol est ___ (moeilijker dan) le français. difficile

Slide 13 - Open vraag

Padlet
Ga naar de padlet en kies een tekstje over een andere voetballer dan die jij hebt gekozen.
Maak 3 zinnen in de vergrotende trap.
Plaats deze onder jouw tekst in de padlet.
Daarna:
5, indien je het niet goed hebt begrepen, 6. unité 5 blz 126, 127

Slide 14 - Tekstslide