Hoofdstuk werk paragraaf 6 en 7

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les:

* Je weet welke soorten werkloosheid er zijn.
* Je weet welke kenmerken en gevolgen de soorten werkloosheid hebben.
* Je weet welke persoonlijke gevolgen werkloosheid kan hebben.
* Je weet wat de overheid kan doen om de kosten van werkloosheid te betalen.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij werkloosheid?

Slide 3 - Open vraag

Seizoenwerkloosheid
* Kenmerk: banen verdwijnen in bepaalde maanden van het jaar.

* Gevolg: Sommige werknemers zitten een deel van het jaar zonder werk.

Slide 4 - Tekstslide

Conjuncturele werkloosheid
* Kenmerk: Bedrijven verdienen minder of er zijn bezuinigingen vanuit de overheid.
* Gevolg: Mensen raken hun baan kwijt en er worden tijdelijk minder mensen aangenomen.

Slide 5 - Tekstslide

Structurele werkloosheid
* Kenmerk: Banen verdwijnen voorgoed door marktmechanisme, automatisering of verplaatsing van werk naar lagelonenlanden.
* Gevolg:
Mensen verliezen definitief hun baan.

Slide 6 - Tekstslide

Door het gebruik van robots verdwijnen er banen. Dit is een vorm van:
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Seizoenwerkloosheid
C
Structurele werkloosheid

Slide 7 - Quizvraag

Skileraren kunnen niet werken als er geen sneeuw ligt. Dit is een vorm van:
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Seizoenwerkloosheid
C
Structurele werkloosheid

Slide 8 - Quizvraag

Gevolgen van werkloosheid:

* Persoonlijke gevolgen 

* Gevolgen voor de samenleving

* Gevolgen voor de overheid

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een gevolg voor de samenleving van werkloosheid.

Slide 10 - Open vraag

Persoonlijke gevolgen:
1. Verlies van inkomen
2. Minder goed op de hoogte van ontwikkelingen in je vakgebied
3. Verlies van sociale contacten
4. Missen van vaste structuren
5. Minder waardering van de mensen om je heen

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen voor de overheid:

* Verhogen van de sociale premies en belastingen voor de werkende mensen, zo kunnen de uitkeringen betaald worden.
* Bezuinigen op bijvoorbeeld zorg en onderwijs om uitkeringen te kunnen blijven betalen.
* De uitkeringen verlagen

Slide 12 - Tekstslide

Maken opdrachten 13 en 14
Hoe? met je buurman of buurvrouw en je boek.
Hoe lang? 7 minuten

Slide 13 - Tekstslide

Vakbond
Een vakbond is een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers. 

alle vakbonden samen noem je: de vakbeweging

Slide 14 - Tekstslide

Belang werknemers
- Hoge loon
- Prettige werktijden
- Gezonde en veilige werkplek
- Goede uitkering bij ziekte


Belang werkgevers
- Lage kosten, lage lonen
- Goed opgeleide werknemers
- Weinig regels van de overheid (ontslag) 


Slide 15 - Tekstslide

4 niveaus waarop vakbonden werken:
1; Persoonlijk
2: Een heel bedrijf 
3: Een hele bedrijfstak
4: Op landelijk niveau 

Slide 16 - Tekstslide

Vakcentrale = een verzameling van kleinere vakbonden.

Er zijn 3 vakcentrales.

Een vakbond sluit zich dus aan bij één van de drie vakcentrales.

Slide 17 - Tekstslide

Vakcentrales
De vakbonden die bestaan zijn zelf weer lid van een vakcentrale.

Nederland kent: 3 grote vakcentrales.
- FNV
- CNV
- VCP

Slide 18 - Tekstslide

CAO = collectieve arbeidsovereenkomst
Dit = een collectieve arbeidsovereenkomst voor een hele bedrijfstak. 

is een afspraak tussen werkgevers en vakbonden! 
staan afspraken in over:  het loon, hoeveel vakantiedagen, vakantiegeld, werktijden

Slide 19 - Tekstslide

Conflict..?
Vakbonden kunnen een staking organiseren als onderhandelingen tussen werknemers en hun werkgevers mis gaan! 
Staken = het werk helemaal stil leggen.

Slide 20 - Tekstslide