11.5 Hart- en vaatziekten

11.5 Hart- en vaatziekten
Thema 11 Transport en afweer
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11.5 Hart- en vaatziekten
Thema 11 Transport en afweer

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 2 - Tekstslide

Waar bevindt het hart zich in de borstholte?
A
In het midden links achter het borstbeen
B
Onder de borstkas
C
Rechts boven de ribben
D
Naast de wervelkolom

Slide 3 - Quizvraag

Wat scheidt de linkerhelft en de rechterhelft van het hart?
A
Het hartzakje
B
De aorta
C
De harttussenwand
D
De longslagader

Slide 4 - Quizvraag

Wat pompen de boezems wanneer ze samentrekken?
A
Bloed de slagaders in
B
Bloed de holle aders in
C
Bloed de kamers in
D
Bloed de aorta in

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de kleppen tussen de boezems en de kamers?
A
Longslagader kleppen
B
Slagaderkleppen
C
Aorta kleppen
D
Hartkleppen

Slide 6 - Quizvraag

Wat gebruikt een arts om naar de hartslag te luisteren?
A
Een stethoscoop
B
Een bloeddrukmeter
C
Een otoscoop
D
Een thermometer

Slide 7 - Quizvraag

Begrippen 11.4
  • Halvemaanvormige kleppen
  • Hartkleppen
  • Linkerboezem
  • Linkerkamer
  • Longader
  • Longslagader
  • Rechterboezem
  • Rechterkamer

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 11.5
  • Je kunt de gevolgen van hart- en vaatziekten noemen.
  • Je kunt aangeven hoe je de kans op hart- en vaatziekten kunt verkleinen.

Slide 9 - Tekstslide

Hoge of lage bloeddruk
  • Bij een lage bloeddruk wordt bloed met te weinig kracht door het lichaam gepompt. Klachten kunnen zijn: last van hoofdpijn en duizeligheid.
  • Bij een hoge bloeddruk wordt het bloed met te grote kracht door het lichaam gepompt. Het is geen ziekte, maar geeft wel meer kans op hart- en vaatziekten. 
  • Bij een hoge bloeddruk is er kans dat bloedvaten en organen beschadigd raken. Maar ook hoofdpijn, misselijkheid en kortademigheid.
  • Roken, drinken, te veel zout en te weinig bewegen kunnen een hoge bloeddruk veroorzaken.

Slide 10 - Tekstslide

Wat kan schade veroorzaken bij een hoge bloeddruk?
A
Immuunsysteem en bloedplaatjes
B
Hersenen en zenuwstelsel
C
Spijsverteringsstelsel
D
Bloedvaten en organen

Slide 11 - Quizvraag

Slagaderverkalking
  • Bij gezonde bloedvaten is de wand aan de binnenkant glad.
  • Als de wand beschadigd raakt, wordt de wand ruwer. Het lichaam probeert de beschadigingen te herstellen met witte bloedcellen. Deze nemen ook ook vetten en kalk op.
  • Dit noemen we slagaderverkalking, hierdoor worden slagaders steeds nauwer, stijver en minder elastisch.
  • Cholesterol is een vet dat wordt opgenomen, bij slagaderverkalking. Het is een belangrijk vet voor bijvoorbeeld de aanmaak van celmembranen. Maar te veel cholesterol in je bloed kan schadelijk zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Wat nemen de witte bloedcellen op om beschadigingen te herstellen?
A
Vitaminen en mineralen.
B
Vetten en kalk.
C
Eiwitten en water.
D
Suikers en zout.

Slide 13 - Quizvraag

Hartinfarct
  • Als een kransslagader verstopt raakt, krijgt een deel van het hart geen zuurstof en voedingsstoffen meer en kan het afsterven. 
  • Dit noem je een hartinfarct
  • Als een groot stuk van de hartspier afsterft kan een hartinfarct dodelijk zijn. 
  • De meeste mensen krijgen niet meteen een ernstig hartinfarct. Bij een klein hartinfarct raakt een kleine aftakking van een kransslagader verstopt. Een ander deel van de kransslagader neemt de taak dan over.
  • Meestal moet de patiënt een paar weken rust houden..

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij een klein hartinfarct?
A
Een kleine aftakking van een kransslagader raakt verstopt.
B
Een grote aftakking van een kransslagader wordt breder.
C
De kransslagader wordt minder belangrijk.
D
Het hart krijgt extra zuurstof.

Slide 16 - Quizvraag

Wat gebeurt er als een kransslagader verstopt raakt?
A
Een deel van het hart krijgt geen zuurstof.
B
De kransslagader wordt breder.
C
Het hart krijgt extra zuurstof en voedingsstoffen.
D
De hartspier wordt sterker.

Slide 17 - Quizvraag

Verschil mannen en vrouwen
  • Klachten bij een hartinfarct verschillen bij mannen en vrouwen.
  • Mannen hebben vaak een hevige pijn op de borst en last van benauwdheid.
  • Vrouwen hebben vaker last van pijn in de rug of kaak, ernstige vermoeidheid, kortademigheid en een onrustig gevoel.
  • Als je ouders wordt is de kans op een hartinfarct groten, omdat je kransslagaders langzaamaan steeds iets meer verstoppen.
  • Een hartinfarct voor het 35e jaar komt weinig voor.

Slide 18 - Tekstslide

Hartritmestoornissen
  • Het aantal harslagen per minuut het het hartritme.
  • Als het hartritme verstoord is heb je een hartritmestoornis. Het hart trekt dan niet regelmatig samen, of een deel van het hart trekt niet meer goed samen. 
  • Hierdoor wordt de bloedstroom in het lichaam onregelmatige.
  • Hartritmestoornissen kunnen ontstaan door langdurige stress.
  • Stress zorgt ervoor dat je hart sneller gaat kloppen dan eigenlijk nodig is.
  • Langdurige stress kan klachten zoals hoofdpijn en maagpijn geven.

Slide 19 - Tekstslide

Wat gebeurt er als een deel van het hart niet goed samen trekt?
A
Sneller kloppend hart
B
Regelmatig hartritme
C
Onregelmatig hartritme
D
Langdurige stress

Slide 20 - Quizvraag

Oorzaken hart- en vaatzieketen
Er zijn verschillende oorzaken waardoor je hart- en vaatziekten kunt krijgen:
  • Erfelijke aanleg
  • Ongezonde leefstijl
  • Overgewicht
  • Roken
  • Te weinig beweging
  • Stress

Slide 21 - Tekstslide

Begrippen 11.5
  • Hartinfarct
  • Hartritme
  • Hartritmestoornis

Slide 22 - Tekstslide

Ik kan nu
  • Je kunt de gevolgen van hart- en vaatziekten noemen.
  • Je kunt aangeven hoe je de kans op hart- en vaatziekten kunt verkleinen.

Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 11.5: 1 t/m 6
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 11.5
Veel goed? -> Maken Samenhang H11

 

timer
25:00

Slide 24 - Tekstslide