Les inspiratiemiddag

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Lesboek
  • Schrift
  • Pen
  • 1-blikagenda


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Lesboek
  • Schrift
  • Pen
  • 1-blikagenda


Slide 1 - Tekstslide






H3 Taalverzorging (grammatica)






Na de lessen deze week...

  • kun je het onderwerp van een korte zin vinden.



Doel

Slide 2 - Tekstslide

Maandag 14 februari:
  • H3, taalverzorging (gramm.): opdr. 1 t/m 5 (blz. 80/81)
Mavo: H2, taalverzorging (gramm.): opdr. 1 t/m 4 (blz. 54/55)


Verdelen over de week:
» Maandag 7 februari: leren toets lezen H4 + opdr. 1 en 2
» Woensdag 9 februari: leren toets lezen H4 + opdr. 3 t/m 5
» Donderdag 10 februari: toets lezen H4










Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

  • Persoonsvorm vinden


Vorige lessen

Slide 4 - Tekstslide





  • Stap 1: maak de opdrachten in je eentje en stil. Schrijf de antwoorden kort op in je schrift.
  • Stap 2: bespreek je antwoorden met diegene naast je. Hebben jullie niet hetzelfde? Overleg welk antwoord het beste is. Je komt samen tot één antwoord.
  • Stap 3: we bespreken de antwoorden samen. 
Zoek alle persoonsvormen.
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Je kunt het onderwerp van een korte zin vinden.
Doel

Slide 6 - Tekstslide

  • Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar. 
  • Allebei enkelvoud of allebei meervoud. 


  • Bijvoorbeeld:

  • Mijn broer koopt een cadeau.

  • Mijn broers kopen een cadeau.






Het onderwerp (ow)

Slide 7 - Tekstslide

  1.  Zoek de persoonsvorm
  2. Wie of wat + persoonsvorm?



Het onderwerp doet altijd iets. 

Het onderwerp (ow) vinden

Slide 8 - Tekstslide

  1.  Zoek de persoonsvorm
  2. Wie of wat + persoonsvorm?

Bijvoorbeeld:



Het onderwerp (ow) vinden

Slide 9 - Tekstslide





  • Stap 1: maak de opdrachten in je eentje en stil. Schrijf de antwoorden kort op in je schrift.
  • Stap 2: bespreek je antwoorden met diegene naast je. Hebben jullie niet hetzelfde? Overleg welk antwoord het beste is. Je komt samen tot één antwoord.
  • Stap 3: we bespreken de antwoorden samen. 
Zoek alle persoonsvormen (pv) en onderwerpen (ow).
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Je kunt het onderwerp van een korte zin vinden.
Doel

Slide 11 - Tekstslide



Wat?
  • H3, taalverzorging: opdr. 1 t/m 5 (blz. 80/81)
  • Mavo: H2, taalverzorging: opdr. 1 t/m 4 (blz. 54/55)

Hoe?
  • Boek + schrift

Klaar? 
  • Nakijken
  • H4, taalverzorging: opdr. 1 t/m 5 (blz. 106/107)



Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide




Na deze les...

  • kun je het onderwerp van een korte zin vinden.
Doel

Slide 13 - Tekstslide

Volgende lessen
Woensdag 9 februari:
  • Onderwerp vinden in een korte zin

Donderdag 10 februari: toets lezen H4 (2x)
  • Leesboek, lesboek en schrift mee

Maandag 14 februari: weektaak af
  • H3, taalverzorging (gramm.): opdr. 1 t/m 5 (blz. 80/81)
  • Mavo: H2, taalverzorging (gramm.): opdr. 1 t/m 4 (blz. 54/55)



Slide 14 - Tekstslide