HEY 7.5 Zwakke zuren

7.5 Zwakke zuren
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.5 Zwakke zuren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je leert het verschil tussen zwakke en sterke zuren.
Je leert de pH berekenen van een zwak zuur.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplosvergelijking (ionisatie) zuren
  • Zoutzuur = oplossing van waterstofchloride in water (Binas 66A):
HCl -> H+ + Cl-

  • Oplossen van zwavelzuur in water (Binas 66B):
H2SO4 -> 2 H+ + SO42-

  • Oplossen van azijnzuur (ethaanzuur, Binas 66A) in water: 
CH3COOH -> H+ + CH3COO

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de vergelijking waarbij mierenzuur (HCOOH) wordt opgelost. Gebruik Binas 66A/D (en evt. 49).
Je mag fase-aanduidingen buiten beschouwing laten

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Binas 49

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is salpeterzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49 en 66B.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het azijnzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

formule staat in tabel 66B
zwak (49) dus C2H2O4 (aq)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling pH berekening

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De [H+] in een oplossing is 3,4 x 10 -3 M.
Bereken de pH van deze oplossing.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeker weten
Concentratie of molariteit!

pH berekenen adv. concentratie of molariteit!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke en zwakke zuren
Sterk zuur
Zwak zuur
Zeer zwak of geen zuur

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Notatie zwak zuur
Bij een zwak zuur is de ionisatie niet volledig de notatie van een azijnzuur oplossing in water is:

CH3 COOH (aq)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuren Binas Tabel 49

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke zuren: alle zuurmoleculen 'ioniseren' (worden H+.

Zwakke zuren: een klein deel van de zuurmoleculen ioniseert. 
  • sterk: zoutzuur, salpeterzuur, zwavelzuur. 
  • zwak: fosforzuur, koolzuur, azijn

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke zuren
Sterk zuur (aflopende reactie)




Algemene zuur ionisatiereactie:

 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwakke zuren
Zwak zuur (evenwichtsreactie)




Algemene zwak zuur ionisatiereactie:

 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe dit aan te pakken?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pH van een zwak zuur
Bij het berekenen van de pH van een zwak zuur moet je gebruik maken van de evenwichtsvoorwaarde. 
Voor een zwak zuur is de reactie:

en de evenwichtsvoorwaarde:




HZ+H2OZ+H3O+
Kz=[HZ][H3O+][Z]
De Kz vind je in Binas tabel 49

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bereken de pH van 3,58x10-2 M waterstoffluoride-oplossing.
6
A
1,45
B
2,32
C
3,20
D
3,25

Slide 24 - Quizvraag

A: pH = -log (Kz) 
B: pH = -log (V(Kz x c))
C: pH = -log (c)
D: pH = -log (Kz x c)

Antwoord
Waterstoffluoride is een zwak zuur:
Kz = 6,3x10-4
Evenwichtsvoorwaarde: 
Invullen: 
Uitrekenen:                                                                       x =  [H3O+] = 4,75x10-3 mol/L
pH = - log [H3O+] = -log (4,75x10-3 mol/L) = 2,32
HF+H2OF+H3O+
Kz=[HF][H3O+][F]
6.3104=3.58102xx2
Deze x verwaarlozen we.
x=(6.31043.58102)=4.75103

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan bij bereken pH van zwakke zuren
Stap 1:  
2 Geef de evenwichtvoorwaarde     Kz =......
Stap 2:  
Stap 3:  
Stap 4:  
Stap 5:  
1 Stel de reactievergelijking van de evenwichtsreactie op
3 Stel een BOE schema met de beginsituatie - omzetting- evenwicht op en vul de concentraties in mol/L in
4 Vul de evenwichtsconcentraties in de evenwichtsvoorwaarde in
5 Bereken de H+ concentratie met de vereenvoudige evenwichtsvoorwaarde of met de abc-formule
Stap 6:  
6 Bereken de pH 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1:  
De evenwichtvoorwaarde     Kz =
Stap 2:  
Stap 3:  
Stap 4:  
Stap 5:  
CH3COOH (aq)  <--->   CH3COO- (aq)  +  H+ (aq)
BOE schema:
Vul de evenwichtsconcentraties in de evenwichtsvoorwaarde in
Stap 6:  
Bereken de pH van de een oplossing wanneer 0,25 mol azijnzuur wordt opgelost in 1 L
[CH3COO-][H+]
      [CH3COOH]
[CH3COOH]           [ CH3COO-]             [H+]     
Begin                  0,25                              0                             0 
Omzetting          -x                                 +x                           +x 
Evenwicht          0,25 -x                          x                             x 
       x      
(0,25 - x)
Kz =                   =  1,7 x 10      Omdat 0,25 >> 1,7 x 10   mag x worden verwaarloosd
2
-5
-5
x  =  0,25 x 1,7 x 10             x = 2,06 x 10    = [H+]
2
-5
-3
pH = -log [H+] =
       = 2,69

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Kz van HF?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Kz van CH3COOH?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Kz van OH-?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2 
Zelfstandig met schema uit de uitleg

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken de pH van een 1,0 M HIO3 oplossing.
Gebruik Binas T49 voor de Kz waarde
A
0,38
B
0,47
C
0,40
D
0,50

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk antwoord past het beste bij je?
Ik kan rekenen aan zwakke zuren.
A
Helemaal zelf
B
Stappenpplan
C
Alleen met uitgewerkt BOE schema en voorbeeld
D
Niet

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
7.5 Zwakke zuren
Maken opdr. 49 t/m 53

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies