Nederlands hoofdstuk 3

Nederlands hoofdstuk 3
Gemaakt door: Famke, Kaya, Maxime, Bloem & Fenna
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
nederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands hoofdstuk 3
Gemaakt door: Famke, Kaya, Maxime, Bloem & Fenna

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
1. Theorie uitleggen
2. Voorbeeld opdracht
3. Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Theorie 
Stappenplan:
1. Haal -en van het hele werkwoord af
2.Kijk nu of de laatste letter in het 't ex kofschip zit
3. Staat hij er in?

Slide 3 - Tekstslide

Theorie deel 2
- Zo ja, gebruik je te(n) / tte(n)
- Zo niet, gebruik je de(n) / dde(n)
- Je krijgt een dubbele tt/dd als de laatste letter d of t is in de stam
4. Wanneer krijg je een n ?
- Bij meervoud, wel
- Bij enkelvoud, niet

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld opdracht
(blz 101, opdracht 9)
Toen Bram zijn betoog na drie uur intensief schrijven einderlijk ..... (afronden) moest hij diep ....... (zuchten). 
Stap 1: Maak de stam, dus -en. Dat is afrond
Stap 2: De letter d zit niet in het t'ex-kofschip, dus een d
Stap 3: Je krijgt -dde, omdat de stam eindigt op een d
En nu zuchten.... 

Slide 5 - Tekstslide

En nu de Quizzz -->

Slide 6 - Tekstslide

Tot vorige week kon je op school gratis...(printen), maar de schoolleiding heeft hier inmiddels een stokje voor....(steken)
A
printten, gestoken
B
printte, gestoken
C
printten, gestaken
D
geprint, gestoken

Slide 7 - Quizvraag

Famke...(hechten) erg aan haar oude omafiets, maar....(zwichten) toch voor een scooter toen ze zestien werd.
A
gehecht, zwichtten
B
hechte, zwichten
C
hechtte, zwichtte
D
hechtten, zwichtte

Slide 8 - Quizvraag

De werkgever....(aanvaarden) het excuus van de werknemer die hem jarenlang .....(oplichten), maar ....(ontslaan) hem niettemin op staande voet.
A
aangevaard, opgelicht, ontsloeg
B
aanvaardden, oplichtten, ontsloeg
C
aanvaardde, oplichtte, ontsloeg
D
aanvaarde, oplichte, ontslaan

Slide 9 - Quizvraag

De eigenaar van de webwinkel....(trachten) alle bestellingen binnen de ....(verwachten) levertijd te bezorgen.
A
trachtten, verwachtten
B
trachtten, verwachtte
C
Trachtte, verwachtte
D
trachtte, verwachtten

Slide 10 - Quizvraag

Vanwege een longontsteking ....(hoesten) Cato veel en .....(praten) ze weinig.
A
hoestten, praatte
B
hoestte, praatten
C
hoestten, praatten
D
hoestte, praatte

Slide 11 - Quizvraag

Onze buurman ....(storten) het afval in de tuin, wat ons zeer ...(verontrusten)
A
stortte, verontrustten
B
stortten, verontrustten
C
stortte, verontrustte
D
stortten, verontruste

Slide 12 - Quizvraag

De moeder van Pien ....(aanraden) haar dochter...... om 's avonds laat het .....(verlichten) fietspad te kiezen.
A
raadden aan, verlichtte
B
raadde aan, verlichtte
C
raadden aan, verlichtten
D
raadde aan, verlichtten

Slide 13 - Quizvraag

Tijdens het eten .....(verbranden) Ingela haar tong aan de soep, maar enkele slokjes koud water konden de pijn gelukkig...(verzachten)

Slide 14 - Open vraag

De brandweer....(inspecteren) het ....(verwoesten) appartement om de oorzaak van de brand te achterhalen.

Slide 15 - Open vraag