B3 Fertilisation

B3 Fertilization
6.3.5 You can describe the fertilization process in seed plants.

6.3.6 You can describe the change in the ovule after fertilization.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

B3 Fertilization
6.3.5 You can describe the fertilization process in seed plants.

6.3.6 You can describe the change in the ovule after fertilization.

Slide 1 - Tekstslide

Stigma
Style
Petal
Stamen
Sepal
Ovary

Slide 2 - Sleepvraag

Insect-pollinated flowers
Wind-pollinated flowers
Colourful petals
small, green petals
Flowers contain nectar
no nectar
Stamen outside the flowe
Stamen inside the flower
Stigma inside the flower
Stigma outside the flower
Stigma is feathershaped
Pollen is sticky
Stuifmeel is licht en glad

Slide 3 - Sleepvraag

1 uai 8 : Pollination? 
Self-pollination or cross-pollination? 

Slide 4 - Tekstslide

Basic 3 : Fertilization

Slide 5 - Tekstslide

Pollination; an experiment

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Result

Slide 8 - Tekstslide

Pollen tube
When a pollen grain lands on the stigma of a plant of the same species, a tube starts to grow from it: the pollen tube

Slide 9 - Tekstslide

Fertilization
The fusion of the nuclei of a male sex cell and a female sex cell is called fertilization. 
Fertilization produces an embryo. The nucleus of a plant embryo contains the chromosomes of both the male and female sex cells.

Slide 10 - Tekstslide



Every seed contains a plant embryo

Slide 11 - Tekstslide

Basic 3 : Fertilization
Read basic 3


timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Basic 3 : Fertilization
Do exercise 1 u.a.i. 3 + 5
timer
10:00
First 10 minutes in silence

Slide 13 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde
-->
Stuifmeelkorrel komt vrij
Bevruchting
Kiem (plant embryo) ontstaat)
Vruchtbeginsel
Bestuiving
Zaad wordt gevormd 
DNA bereikt zaadbeginsel
Stuifmeelbuis groeit

Slide 14 - Sleepvraag

Na de bevruchting gaan de bevruchte eicel, het zaadbeginsel en het vruchtbeginsel groeien. 

1.Uit de bevruchte eicel ontstaat een kiem. 
2. Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad. 
3. Elk zaad bevat één kiem. 

Slide 15 - Tekstslide