Les ontwerpen: Tijd/Snelheid

Tijd en snelheid
Niet alleen voor jullie vaak gedoe!

Ook voor kinderen in het basisonderwijs.


Methodes besteden hier relatief weinig tijd aan.
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 8 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tijd en snelheid
Niet alleen voor jullie vaak gedoe!

Ook voor kinderen in het basisonderwijs.


Methodes besteden hier relatief weinig tijd aan.

Slide 1 - Tekstslide

Vragen van mij aan U
wie heeft er ervaring met het uitleggen van deze materie?

Zo ja, in welke rekenmethode kwam je dit tegen?

Welke groep?

Slide 2 - Tekstslide

De opdracht
10% van wat je hoort kun je onthouden.
90 % van wat je uitlegt kun je onthouden.

Ontwerp een sommenreeks van makkelijk naar moeilijk rond het thema:
Snelheid in km/per uur
Maak sommen die betrekking hebben op het uitrekenen van:
1. de snelheid in KM/per uur en
2. de gereden afstand/nog af te leggen afstand.

Slide 3 - Tekstslide

De opdracht (vervolg)
De doelgroep: bovenbouw basisschool
 Per onderdeel 8 sommen die steeds een stukje complexer worden.
 De eerste vier sommen moeten de kinderen zonder rekenmachine uit kunnen rekenen.

 Inleveren als word-document.
 En ja, graag met illustraties en voorbeeldsommen voor de doelgroep.

Slide 4 - Tekstslide

voorbeeld 1
Makkelijk: Hans fietst iedere dag 10 kilometer naar zijn werk.
Over deze afstand doet hij 60 minuten.
Hoeveel kilometer heeft hij gereden als hij 30 minuten heeft gefietst?



Slide 5 - Tekstslide

voorbeeld 2
iets moeilijker: John rijdt in een uur 80 kilometer naar zijn moeder
Hij heeft 20 minuten gereden. Hoeveel kilometer moet hij nog rijden? (2 cijfers achter de komma)

Slide 6 - Tekstslide

voorbeeld 3
moeilijk: Eva loopt de zevenheuvelenloop. De afstand is 15 kilometer.
Ze loopt deze afstand in een tijd van 1 uur en 24 minuten.
Wat is haar gemiddelde snelheid per uur? (2 cijfers achter de komma)

Slide 7 - Tekstslide

Samenwerking & uitwisselen
In tweetallen. Niet drie. Twee.

Als je klaar bent vergelijk je jouw resultaten met een ander groepje
Let hierbij op de verschillen in moeilijkheidsgraad.
dus vragen over:

1. de snelheid in KM/per uur en
2. de gereden afstand/nog af te leggen afstand.
(8 sommen in totaal)

Slide 8 - Tekstslide