Les 7 U3

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Programme d'aujourd'hui
Répéter / Réviser:
Le verbe mettre et les adjectifs.
Apprendre 1-4

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulaire

Apprendre 1 2 et 4 VWO

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Grammaire
Répéter le verbe "mettre"

Slide 5 - Tekstslide

Grammaire
Bijvoeglijke naamwoorden in het Frans.
(rouge, joli, français ..... )

  • Zeggen iets over een persoon, produkt, artikel, land, dier....    
  • Wel onderscheid in  mannelijk , vrouwelijk enkelvoud of meervoud
  • De plaats : achter het zelfstandig naamwoord.   (zonder ww)
  • De basis of stam is de mannelijke enkelvoud uitvoering


Slide 6 - Tekstslide

grand.
grands
grande
grandes
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
Basisregel bij bijvoeglijke naamwoorden
Deze regel geldt voor de meeste bijvoeglijke naamwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Welke zin is correct?
(het verhaal is grappig)

A
L'histoire (f) est amusant
B
L'histoire (f) est amusante
C
L'histoire (f) est amusants
D
L'histoire (f) est amusantes

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin is correct?
A
le personnage principal est français.
B
le personnage principal est française.
C
le personnage principal est françaises.

Slide 9 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van het bijvoeglijk naamwoord....

La différence est ................ (groot / grand)

A
grand
B
grandes
C
grande
D
grands

Slide 10 - Quizvraag

-eux
-if
-on
-ien

-euse
-ive
-onne
-ienne


         man. enk +s (behalve bij -x)


vrouw. enk +s
Bijzondere uitvoeringen.
vrouw. mv
Man. mv
Vrouw . enk
Man. enk

Slide 11 - Tekstslide

vieux.                       long
beau                        gros
bon                          fou
blanc





vieux            longs
beaux          gros
bons            fous
blancs
vieille                  longue
belle                      grosse
bonne                   folle
blanche
vieilles        longues
belles          grosses
bonnes       folles
blanches
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
Bijzondere uitvoeringen

Slide 12 - Tekstslide

Alle bijvoeglijke naamwoorden staan
achter het zelfstandig naamwoord.
behalve:
Beau- joli       ( mooi - leuk)
grand- petit   (groot - klein)
haut - long     (hoog - lang)
jeune -vieux   (oud - jong)
bon - mauvais  (goed - slecht)
gros - nouveau  (dik - nieuw)

Slide 13 - Tekstslide

Au travail!
Un exercice à troux (invuloefening)
ferme ton ordi  ( Laptop dicht)
utilise tes notes (aantekeningen erbij)

Slide 14 - Tekstslide

Maak eerst een indeling van bnw die voor of achter het zelfstandig naamwoord komen.
Maak gebruik van page 102 van het boek.

Vervolgens kun je zelf combinaties maken.
Kies een lidwoord + zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijk naamwoord. 

Bijvoorbeeld;    le  garçon néerlandais.  Kijk goed of je het bijvoeglijk naamwoord nog moet aanpassen en of het voor of achter het zelfstandig naamwoord komt.

Slide 15 - Tekstslide

à faire.....
Apprendre:
Le verbe mettre
les adjectifs (bijv.nw)
le vocabulaire 1 2 4

Faire/ finir/corriger:
exercice 16a 16b 16c 16d

Slide 16 - Tekstslide

C'est la fin
Au revoir!
Salut!   A plus!  A+  Ciao!
Bonne journée!! 

Slide 17 - Tekstslide