9.4 en 9.5 Ongelijkheden en Formules herleiden

§ 9.4 en 9.5 Ongelijkheden       blz. 102
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§ 9.4 en 9.5 Ongelijkheden       blz. 102

Slide 1 - Tekstslide

Lineaire vergelijkingen
Wiskunde

vrijdag 21 november 
Leerdoelen:
- Je leert:
1. ongelijkheden oplossen

2. Formules herleiden

3. Wat substitueren is
1. Huiswerk controleren §9.5

2. Terugblik vorige lessen

3. Instructie §9.4 "ongelijkheden oplossen" en 
                     §9.5 "formules herleiden"

4. Maken oefentoets

5. Vooruitblik op volgende les

Slide 2 - Tekstslide

vragen in de toets:
1. Los de vergelijking op
2.  Grafieken schetsen a.h.v. startgetal + hellingsgetal
3. Snijpunten van 2 lijnen berekenen
4. Formules herleiden
5. Ongelijkheid oplossen
6. Een raadsel oplossen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

                                 Terugblik:


Twee soorten reclame
Lay-out
Terugblik

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het startgetal bij de volgende formule:
y = 4(2x - 3) ?
A
4
B
8
C
-3
D
-12

Slide 6 - Quizvraag

Hoe ziet de grafiek eruit die jij hebt getekend y= -0,5x+2
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijnen:
en
y=2x+10
y=5x20
A
(11,30)
B
(30,10)
C
(10,10)
D
(10,30)

Slide 8 - Quizvraag

§9.4  Ongelijkheden oplossen (spiekboekje)
Stappenplan
Maak de vergelijking die bij de ongelijkheid hoort.
2
Los de vergelijking op!
Dit hebben we gehad in paragraaf 9.1
  • Balansmethode 
3
Lees met een grafiek de oplossing van de ongelijkheid af.

Zet een = teken bij de oplossing.

Zet een krul of "g" bij wat klopt en een kruisje of "f".

4
Schrijf de oplossing van de ongelijkheid op!

Let op je notatie!

> groter dan < kleiner dan = is gelijk aan

5
Schrijf de ongelijkheid op.
1

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide


De oplossing van de ongelijkheid 

is 
2x+3>x+18
A
x < 5
B
x = 5
C
y = 5
D
x > 5

Slide 11 - Quizvraag

Voor welke t geldt:

lijn A < lijn B

Slide 12 - Tekstslide


Voor welke t geldt:

lijn A < lijn B
A
t < 30
B
t > 30
C
t = 30

Slide 13 - Quizvraag

Los de volgende ongelijkheid op:
>
302x
186x
A
x < -3
B
x > -3
C
x < 3
D
x > 3

Slide 14 - Quizvraag

9.5 Formules herleiden (spiekboekje)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Herleid de volgende formule waarbij je y uitdrukt in x

8x+4y=32
A
4y=32+8x
B
y=8+2x
C
y=82x

Slide 17 - Quizvraag

9.5 substitueren (spiekboekje)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Substitueer formule B in formule A en bereken:

Formule A: b = a + 20
Formule B: a = -4
A
24
B
5
C
80
D
16

Slide 20 - Quizvraag

raadsel
Zie de afbeelding hiernaast met oom Frans. Om zijn vraag te beantwoorden stel je een vergelijking op. Noem de leeftijd van oom Frans x
Welke vergelijking hoort bij deze situatie?

Slide 21 - Tekstslide

Wiskunde - Aan de slag!
9.5. Maken de Oefentoets!!
Klaar? Vraag de antwoorden en 
kijk na!!!




proefwerk 28 nov.




timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

opgave 35a klassikaal    blz. 108

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide